Bloemenkioskhouder Patricia Tuynman moest door gemeentelijk beleid de kiosk, die al meer dan zeventig jaar in de familie zat, plotseling sluiten. “Door het beleid, dat gebaseerd was op Europese regels, werd mijn vergunning geschrapt. Dat was het begin van een 2,5 jaar lang proces waarin ik van het kastje naar de muur werd gestuurd”, vertelt Tuynman. Ze heeft heel wat ongemak moeten doorstaan.
Zo moest ze haar bloemenstal aan het einde van elke dag helemaal uitruimen en de gemeente uitrijden en was er nauwelijks meer ruimte voor haar klanten. Ze probeerde het besluit aan te vechten door naar de rechter te stappen, maar tevergeefs. “Er werd ons verteld door de gemeente dat ze het heel vervelend voor ons vonden, maar dat ze nu eenmaal te maken hadden met Europese regels”, geeft Patricia aan.
Verschuilen
Maar dat is een misverstand: het is niet door Europa dat mevrouw Tuynman zo in de problemen is gekomen. Het is door tekortkomingen in de uitvoering van gemeentelijk beleid. Zoals Ingelise de Boer, van de vertegenwoordiging van de Europese Commissie, illustreert: “Het is niet zo dat er hele strenge regels worden opgelegd en dat Europa bepaalt dat een bepaalde bloemenkraam niet meer mag.” Ook de man van Patricia Tuynman valt op: “De gemeente Den Haag verschuilt zich constant achter de Europese regels.”
De gemeente Den Haag zelf geeft echter aan dat het voor hen wel duidelijk is dat het na verkoop leegmaken van de standplaats niet voortvloeit uit Europese regels. In hun ogen is er daarom ook geen sprake van een misverstand.
Bolkestein
De Europese regelgeving die betrekking heeft op Patricia’s situatie is de Dienstenrichtlijn. Iets minder dan 20 jaar geleden introduceerde toenmalig Nederlands Eurocommissaris Frits Bolkestein deze. Het doel was het verbeteren van vrij verkeer van diensten binnen de interne markt. Kort gezegd bepaalt deze regeling dat landen daarom concurrentie moeten toestaan bij het verlenen van diensten. Daar hoort vermindering van administratieve lasten ook bij: procedures moeten simpeler, aldus de EU.
Om eerlijke concurrentie te bewaken mogen gemeenten een vergunning voor bijvoorbeeld een bloemenkiosk of viskraam niet voor een onbepaalde tijd verstrekken. Ze moeten de vergunning eens in de zoveel tijd opnieuw verlenen. De manier waarop is aan de gemeenten zelf om in te vullen en hetzelfde geldt voor de verantwoordelijkheid om ondernemers, zoals Patricia, op tijd op de hoogte te stellen. Ook de gemeente Den Haag heeft lokaal beleid gemaakt op basis van deze richtlijn. Maar daar zijn verschillende ondernemers door in de knel geraakt.
Het feit dat de gemeente zoveel ruimte had om de wetgeving te interpreteren op haar eigen manier komt door de aard van de Europese wet: het is een richtlijn. Daarbij moeten de Europese regels nog omgezet worden in nationale wetgeving. De tijd die daarvoor gegeven wordt verschilt, dit keer kregen we drie jaar voor de omzetting.
De rol van de media
Toch wordt de rol die Europa speelt in dit soort zaken vaak verkeerd opgevat. Wat opvalt, is namelijk dat lokale kranten en nieuwszenders Europa herhaaldelijk de schuld geven wanneer er iets misgaat. Dit is niet alleen zo bij mevrouw Tuynman, maar bijvoorbeeld ook bij berichtgeving over een Amsterdamse visboer en andere Haagse kooplieden. De Boer merkt op dat dit schadelijk kan zijn: “Het is gewoon jammer dat dit het beeld bevestigt dat Europa alleen maar dingen oplegt. Terwijl er in dit geval helemaal niet zoveel opgelegd wordt”, zegt ze.
Voor mevrouw Tuynman is de ellende nu gelukkig wel voorbij: ze heeft even verderop, op het Kamperfoelieplein, grond gehuurd van de gemeente Den Haag. Daar staat ze nu met haar nieuwe bloemenkiosk.