In Amsterdam en Antwerpen wordt het meest cocaïne gebruikt. Dat is de conclusie van een onderzoek van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD). In beide steden is de meeste cocaïne aangetroffen in het afvalwater.
Door heel Europa is het afvalwater gecontroleerd op resten van bepaalde drugs. Dat doet het EWDD door monsters te nemen uit afvalwater in riolen en waterzuiveringsinstallaties. Op die manier kan een inschatting gemaakt worden van hoeveel en welke drugs in een stad gebruikt worden.
Drugsgebruik
De resultaten laten zien dat gebruik niet in alle Europese steden hetzelfde is. Zo is er vooral veel cocaïne gedetecteerd in steden in België, Nederland, Portugal en Spanje. In steden in Oost-Europa wordt beduidend minder gevonden, maar is wel een toename in gebruik te zien. Ook zijn in dezelfde landen veel restanten van de partydrug MDMA terug te vinden, maar was de hoeveel MDMA in Tsjechisch afval ook hoog.
Het waarnemingscentrum heeft voor de eerste keer ook gekeken naar ketamine. Dat is een drug die bekendstaat als een verdovend middel voor paarden, maar steeds vaker te zien is in het uitgaansleven. Ketamine werd vooral gevonden in Denemarken, Italië, Spanje en Portugal.
Nederland is voorspelbaar genoeg ook terug te vinden in de lijst met landen met het hoogte cannabisgebruik. Samen met Tsjechië, Spanje en Portugal zijn in die landen de hoogste hoeveelheden cannabisrestanten teruggevonden in afvalwater.
Het waarnemingscentrum concludeert dat cannabis verspreid door de week wordt gebruikt, terwijl dat bij drugs als cocaïne, MDMA en ketamine vooral in het weekend gebeurt.
Onderzoek
Sinds 2011 doen 65 Europese steden mee aan het onderzoek naar drugsresten in afvalwater. Het waarnemingscentrum is daardoor in staat trends in drugsgebruik te analyseren.
