Afbrokkelend vertrouwen in Washington dwingt Europese veiligheidsdiensten tot samenwerking

De Nederlandse AIVD en MIVD delen steeds minder informatie met de Verenigde Staten. Nu de rechtsstaat in Amerika afbrokkelt, zoeken Europese veiligheidsdiensten noodgedwongen meer samenwerking dichter bij huis.

3 min. leestijd
President Donald Trump tijdens de NAVO-top in Den Haag. Onder zijn tweede termijn verslechterde de samenwerking tussen Amerikaanse en Europese veiligheidsdiensten. (Foto: ministerie van Buitenlandse Zaken / Bart Maat).

De vertrouwensband tussen de Nederlandse en Amerikaanse inlichtingen- en veiligheidsdiensten vertoont scheurtjes. En dat maakt Nederland kwetsbaar – denk aan het risico dat ons land minder snel cruciale informatie krijgt over cyberdreigingen, spionage en andere veiligheidsrisico’s. Die scheurtjes hangen samen met de afbrokkelende rechtsstaat in de Verenigde Staten sinds de tweede termijn van president Donald Trump. De relatie, die jarenlang zorgvuldig is opgebouwd, staat onder druk nu de VS steeds meer autocratische trekken vertonen. Amerika is niet meer de vanzelfsprekende bondgenoot die het ooit was.

Telkens voordat Nederlandse veiligheidsdiensten een samenwerkingsverband aangaan met een buitenlandse dienst, wordt die dienst zorgvuldig ‘gewogen’. De wegingscriteria meten onder andere de mate van democratie en respect voor mensenrechten in het land. Erik Akerboom (directeur AIVD) en Peter Reesink (directeur MIVD) verklaren in een interview met de Volkskrant dan ook dat ze steeds vaker de afweging maken om informatie niet te delen met de Verenigde Staten. “We zijn kritischer dan een jaar geleden”, zeggen ze.

Staatsgeheimen

Om welk soort informatie het precies gaat willen de heren en hun woordvoerders niet prijsgeven, het gaat immers over staatsgeheimen. Willemijn Aerdts, docent aan de Universiteit van Utrecht en expert op het gebied van inlichten- en veiligheidsdiensten, wil wel een tipje van de sluier oplichten: ‘Raw data’ – ongefilterde gegevens, vaak groot van omvang, die diensten met elkaar delen om te kunnen reageren op acute dreigingen. Maar tussen die raw data kan ook gevoelige informatie van Nederlandse burgers zitten, die daardoor bijvoorbeeld de VS niet meer inkomen of het land uit worden gezet.

Kijken naar elkaar

Omdat de samenwerking met de Amerikanen onder druk staat, kijken Europese landen steeds vaker naar elkaar. Duitsland, Finland en Nederland pleiten voor sterkere Europese inlichtingenstructuren, juist om minder afhankelijk te worden van de onvoorspelbaarheid van Washington.

Toch is Europa voorlopig nog niet in staat om op eigen benen te staan. De Europese inlichtingennetwerken zijn versnipperd, ondergefinancierd en kampen met wederzijds wantrouwen, zegt Aerdts. Daarbij blijft de technologische voorsprong van de Verenigde Staten enorm: waar Amerika beschikt over honderden satellieten, moet Europa het doen met enkele tientallen. Zonder die Amerikaanse ogen en oren in de ruimte kan de EU geen complexe militaire operaties uitvoeren.

Oekraïne

Die realiteit werd pijnlijk duidelijk aan het Oekraïense front in maart dit jaar. Trump besloot van de ene op de andere dag te stoppen met het delen van informatie met Oekraïne, dat tot dan toe gebruik maakte van Amerikaanse technieken om Russische troepen te lokaliseren, luchtaanvallen af te wenden en doelen te raken die ver voorbij de frontlinie lagen. Maar daarmee was het plotsklaps gedaan, en geen Europese bondgenoot die dat gemis kon opvangen.

Het hele verhaal over de Europese samenwerking van de Nederlandse AIVD en MIVD met de Verenigde Staten en de Europese partners is te lezen in de Nieuwsbrief Veiligheid en Defensie. Abonneer je nu en ontvang het verhaal, samen met andere verdiepende verhalen, exclusief in jouw mailbox.