In tien Europese landen vonden zo’n 200 huiszoekingen plaats en zijn tien verdachten opgepakt na een grote politieactie in samenwerking met Europol, het Europese samenwerkingsverband tussen politiediensten. De bende kocht kapotte auto’s uit de Verenigde Staten en smokkelde die naar Europa waar ze verkocht werden alsof ze nieuw of goed gerepareerd waren.
Ook Nederland deed mee aan de politieactie. De Belastingdienst werkte samen met Europol en het Europees Openbaar Ministerie.
Kapotte auto’s
De bende kocht auto’s die in de VS zwaar beschadigd waren bij ongelukken. Die auto’s waren eigenlijk alleen nog geschikt om uit elkaar te halen voor onderdelen. Maar de bende liet ze naar Europa brengen, onder andere via de haven van Rotterdam. Ze gebruikten nepbedrijven en vervalste papieren om minder invoerbelasting te betalen.
In Litouwen werden de auto’s oppervlakkig opgeknapt, alleen aan de buitenkant, zodat ze er goed uitzagen. Daarna werden ze verkocht in bijvoorbeeld Duitsland, met de belofte dat ze ‘ongelukvrij’ of ‘professioneel gerepareerd’ waren. In werkelijkheid hadden sommige auto’s nog steeds gevaarlijke gebreken, zoals kapotte airbags.
Huiszoekingen
De huiszoekingen vonden plaats in onder andere Duitsland, Litouwen, Spanje, Roemenië, Portugal en Nederland. Ruim 1.000 politie- en belastingmedewerkers waren betrokken. Tien mensen zijn opgepakt, waaronder de vermoedelijke leider van de bende. Er zijn ook 116 auto’s in beslag genomen en bankrekeningen bevroren.
