EU-lidstaten die niet-Oekraïners met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne opvingen na de Russische invasie van 2022, mogen deze bescherming beëindigen. Dat is bij het Europese Hof van Justitie het advies van de Franse advocaat-generaal Jean Richard de la Tour aan de Europese rechter.
Na het uitbreken van de oorlog ving Nederland, naast Oekraïense burgers en permanente inwoners, ook mensen op die in Oekraïne verbleven met een tijdelijke verblijfsvergunning. Zij kregen bescherming onder de EU-richtlijn Tijdelijke Bescherming tot 4 maart 2023, ook al was deze niet per se bedoeld om niet-permanente inwoners van Oekraïne te helpen. Onder deze richtlijn hebben Oekraïense vluchtelingen tijdelijk recht op opvang, werk, onderwijs, en medische zorg.
Maar toen de EU besloot de TPD-bescherming voor Oekraïners te verlengen tot 2025, koos Nederland ervoor om de bescherming voor tijdelijke inwoners in plaats daarvan tot maart 2024 te verlengen. Afgelopen februari kregen de tijdelijke inwoners dan ook te horen dat ze Nederland binnen een maand moesten verlaten. Zij stapten naar de rechtbank.
Advies advocaat-generaal
Zowel de rechtbank van Den Haag als de Raad van State, de hoogste rechterlijke instantie op dit gebied, bogen zich over deze zaak. Ze vroegen beide het Europese Hof van Justitie om hulp. De advocaat-generaal zegt nu dus dat Nederland in haar recht staat om de aanvullende bescherming die zij de tijdelijke Oekraïense inwoners boden, stop te zetten. Nu het advies bekend is, kan de rechter hier officieel mee aan de slag. Wanneer dat precies gaat gebeuren, is nog niet bekend.
Het advies van de advocaat-generaal heeft in veel zaken een grote invloed op de rechterlijke uitspraak, maar dat is geen garantie. Het advies blijft niet-bindend, en dus ligt de uiteindelijke beslissing bij de Europese rechters.
Hoe is het met de rechtsstaat & de mensenrechten in landen van de Europese Unie en daarbuiten en wat zegt het Europese Hof? Met onze tweewekelijkse nieuwsbrief blijf je op de hoogte. Abonneer je hier.