In haar Europese troonrede sprak de voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen over “een kokende planeet”. Er volgde een lofzang op de Europese klimaatplannen (Green Deal) en de ‘geopolitieke unie’. Maar wat is nu de werkelijke stand van zaken? Een recent rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) geeft meer inzicht.
Om te beginnen zegt de OESO dat de EU het tempo waarin ze de uitstoot van broeikasgassen verlaagt, moet verdubbelen om de klimaatdoelen voor 2030 te halen. Het groeitempo van opwekking van hernieuwbare energie moet zelfs verdrievoudigen.
Actie in de economie
Dat vraagt om doelgerichte actie in de hele economie. De grafiek van de OESO laat rechts zien welke sectoren vooral verantwoordelijk zijn voor de uitstoot van broeikasgassen. De energiesector neemt de helft voor zijn rekening, gevolgd door verkeer en vervoer (23 procent), landbouw (11 procent) en industrie (9 procent).

Links zien we de ontwikkeling van broeikasgasemissies sinds 1990. In de energiesector is sprake van een voortdurende daling. Bij het transport is de uitstoot toegenomen, en in de landbouw stagneert de teruggang de laatste 10, 15 jaar.
Prijs van 1 ton CO2
Von der Leyen wil dialogen organiseren in de landbouw en in verschillende takken van de industrie. Die dialogen kunnen de energietransitie verder helpen bij het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen. Tegelijkertijd is het volgens de OESO nodig om de maatschappelijke kosten van klimaatverandering consequenter in rekening te brengen.
Het Europese emissiehandelssysteem ETS kent nu een prijs van ongeveer 90 euro toe aan een ton CO2. Als de EU 55 procent minder uitstoot wil in 2030, moet volgens de OESO die prijs omhoog naar 210 euro per ton CO2. Een prijs die dan door de hele economie heen, ook in de landbouw, moet gelden.
Goedkope elektrische wagens
Een geopolitiek signaal was de aankondiging van een onderzoek naar subsidiëring van Chinese elektrische auto’s. Inmiddels hebben die auto’s een aandeel van acht procent op de Europese markt.
Het lastige is dat China inmiddels een dominante positie heeft in de keten, vooral bij de productie van batterijen. Misschien moeten we maar dankbaar accepteren dat China elektrische auto’s zo goedkoop wil leveren. Dat vormt ook een aansporing aan Europese fabrikanten om meer goedkope modellen op de markt te brengen.
En ondertussen moet de EU vooral energie steken in het achterliggende probleem: hoe de afhankelijkheid op het gebied van strategische grondstoffen verminderen.