Elektrisch rijden: het is een beetje een kip-en-eiprobleem. De consument is dikwijls terughoudend met de aanschaf van een elektrische wagen omdat het aantal laadpalen te wensen overlaat. Wie al een keer met de elektrische auto op vakantie naar Zuid-Europa ging, weet dit. Tankstations daarentegen zijn dan weer niet happig met het neerpoten van laadpalen omdat het aantal elektrische wagens nog niet helemaal loskomt.
Tijd om die impasse te doorbreken, dachten ze bij het Europees Parlement. Door een nieuwe richtlijn goed te keuren, wil het Parlement lidstaten verplichten om de nodige laadinfrastructuur te voorzien. Volgens Europarlementariër Caroline Nagtegaal (VVD) is dat broodnodig: “Laadstress is een bekend fenomeen bij menig elektrisch rijder.” Die stress wordt volgens Nagtegaal veroorzaakt door files en betaalproblemen aan laadpalen: “Mijn hoop op is dan ook dat dit plan ervoor zorgt dat deze stress tot het verleden gaat behoren.
Wat gaat er gebeuren?
Tegen 2030 moeten er langs alle Europese snelwegen om de 60 kilometer openbare laadstations beschikbaar zijn. Daarnaast moeten de lidstaten onderzoeken welke aanpassingen nodig zijn om het stroomnet te verbeteren, dat nu vaak beperkt is. “We moeten het elektriciteitsnet echt versterken”, verklaart Nagtegaal. “Ook willen we investeringen zien in ‘slim laden’, een methode om automatisch op het goedkoopste en groenste moment op te laden. Zo kan de druk op het stroomnet mede verlicht worden.”
Ook focust de richtlijn op de rol van waterstof in de transportsector. Zo moet het aantal waterstoftankstations omhoog. Vooral vrachtwagens rijden hierop. De afgelopen maanden heeft Nagtegaal zich ook hard gemaakt voor meer snelladers, maar ook voor het installeren van noodknoppen op laadpalen. Zo kunnen de lokale hulpdiensten opgeroepen worden, als er iets zou gebeuren terwijl een chauffeur zijn wagen oplaadt. “Geen woorden, maar laden”, noemt Nagtegaal deze voorstellen.
Ter land, ter zee en in de lucht
Het voorstel kijkt niet alleen maar naar investeringen in de weginfrastructuur. Ook de zee- en luchthavens mogen een duwtje in de rug verwachten bij hun verduurzaming. Zo is het de bedoeling dat de grotere Europese havens tegen 2030 een stroomvoorziening voor schepen aan de kade hebben. Voor luchthavens bevat het voorstel dan weer investeringen in infrastructuur die het mogelijk moet maken om de motor uit te schakelen wanneer ze wachten op een luchthaven.
“Op deze manier hoeven we helemaal niet minder te rijden, varen of vliegen. Maar gaan we dat wel schoner doen”, besluit Nagtegaal euforisch.
