De miljarden komen uit het ‘Europese cohesiebeleid’, ook wel regiobeleid genoemd, dat de regionale verschillen binnen de Europese Unie moet verkleinen. Voor Nederland betekent dat bijvoorbeeld dat regio’s die zwaarder zijn getroffen door de coronapandemie of de energiecrisis dan andere regio’s van Europa extra steun moeten krijgen om daar bovenop te komen.
Elke lidstaat stelt samen met de Europese Commissie een document op waarin staat hoe men het geld wil gebruiken om te investeren. Hoe gaat Nederland het geld de komende jaren gebruiken voor haar regio’s?
Inzetten op groen en blauw
Nederland wil het geld besteden aan de groene en digitale transitie, twee Europese prioriteiten. Zo zal er veel geld worden gebruikt om het aandeel hernieuwbare energiebronnen te verhogen, zoals wind en zonne-energie. Ook moet het energieverbruik en de uitstoot van broeikasgassen van gebouwen omlaag. Verder wordt meer gewerkt aan het vervangen van fossiele brandstoffen door hernieuwbare energiebronnen. Een nog grotere zak geld gaat naar Nederlandse regio’s met grote industrieterreinen die veel broeikasgassen uitstoten. Die hebben extra hulp nodig bij de overgang naar een klimaatneutrale economie. Een voorbeeld daarvan is dat in Groningen, vanwege het stopzetten van de aardgasproductie, extra hulp nodig om die overgang makkelijker te maken.
Nederland zal met het geld ook bijdragen aan “Europa’s blauwe economie”. Daarmee wordt bijvoorbeeld de visserij bedoeld. Deze sector moet in flink gaan verduurzamen, gezien de klimaatplannen van Eurocommissaris Frans Timmermans. Met zijn ‘Green Deal’ zou er in 2030 netto 55% minder broeikasgassen uitgestoten moeten worden ten opzichte van 1990. De visserij kan daaraan bijdragen: Denk daarbij bijvoorbeeld aan het vervangen van oude vissersboten, die veel CO2 uitstoten, door nieuwere boten. Maar ook aan nieuwe technieken voor het vangen van vis die efficiënter zijn dan nu.
Omscholen voor de digitale wereld
Het geld van het cohesiebeleid moet ook het leven van werknemers in de regio gemakkelijker maken. Er gaat een flinke zak geld naar de ondersteuning van mensen die het moeilijk hebben een baan te vinden en te behouden voor opleidingen en het omscholen van werknemers. Digitale vaardigheden staan centraal. Dus wie nu nog moeite heeft om met een computer te werken kan daarvoor via het cohesiebeleid ondersteuning in krijgen, of zelfs opgeleid worden om een baan te krijgen waarbij deze vaardigheid essentieel is.
Eurocommissaris voor Werkgelegenheid en Sociale Rechten Nicolas Schmit benadrukt dat de steun is bedoeld “om materiële hulp te bieden aan de meest behoeftigen.” Vooral burgers van de Nederlandse regio’s die het sociaal-economisch gezien minder goed hebben, moeten profiteren van de investeringen. “Dit is een concreet voorbeeld van solidariteit in moeilijke tijden”, zegt hij.