Wissel van de wacht: Hongarije neemt EU-voorzitterschap over

Hongarije neemt vandaag officieel het EU-voorzitterschap van Belgë over. Brusselse Nieuwe blikt vooruit op de Hongaarse plannen en kijkt terug naar de Belgische resultaten.

4 min. leestijd
(Bron foto: Council Newsroom)

Vanaf vandaag heeft het land van Viktor Orbán, de man die in Brussel als boeman bekend staat, de touwtjes in handen. En er is nog maar weinig vertrouwen in het feit dat Hongarije in staat is de neutrale rol, die een EU-voorzitter gewoonlijk heeft, op te nemen. 

Dat was vorig jaar in mei al te zien toen Europarlementariërs opriepen Hongarije niet toe te staan EU-voorzitter te worden. “Hongarije is geen democratie meer”, zei PvdA-Europarlementariër Thijs Reuten. Dat maakt het land ongeschikt om het voorzitterschap over te nemen, vond hij. 

Ook Sophie in ‘t Veld, toen nog D66-Europarlementariër, sprak haar zorgen uit. Zo wilde ze het voorzitterschap van Hongarije met zo min mogelijk ‘glamour’ plaats laten vinden. “Geen fotomomenten, geen persmomenten met het Parlement”, stelde ze voor. Ze wil Hongarije zo min mogelijk een podium geven. Orbán zou de foto’s en video’s toch alleen maar gebruiken voor zijn eigen propaganda, dacht ze. 

“Make Europe Great Again”

Hongarije, dat het EU-voorzitterschap start met de slogan ‘Make Europa Great Again’ (een knipoog naar Trump), zegt gewoon een neutrale voorzitter te willen zijn. Europarlementariërs en EU-landen hoeven zich dus geen zorgen te maken, zegt Hongarije. “Het gaat een voorzitterschap worden zoals gewoonlijk”, vertelde de Hongaarse ambassadeur vorige maand nog aan journalisten. 

Ieder voorzitterschap heeft zijn eigen prioriteiten, belangrijke thema’s in Europa waar het voorzitterschap vooruitgang op wil boeken. In het geval van Hongarije gaat het om zeven prioriteiten: de concurrentiekracht vergroten, de defensie-industrie versterken, uitbreiding van de EU (met de focus op de Balkanlanden), migratie aanpakken, achterliggende regio’s helpen, Europese boeren bijstaan en beter omgaan met de demografische veranderingen.

“Een voorzitterschap van deals sluiten”

Dat de Hongaren het stokje overnemen, betekent dat de Belgen het wat rustiger aan kunnen doen. Onze zuiderburen kunnen tevreden terugkijken op hun voorzitterschap. Overal in Brussel vallen complimenten te horen over hun diplomatieke kunsten. Maar voor een land met 6 regeringen is compromissen sluiten tussen 27 lidstaten natuurlijk een koud kunstje. België rondde 74 wetgevingsdossiers af en boekte vooruitgang in ongeveer 60 andere.

“Dit was echt een voorzitterschap van deals sluiten,” zo blikt de Belgische premier Alexander De Croo terug. “Ons doel was een ambitieuze agenda voor Europa – het beschermen van onze mensen, het versterken van onze economie en het voorbereiden van Europa’s toekomst met behoud van onze waarden.”

Concreet wisten de Belgen bijvoorbeeld een akkoord te bereiken over het spekken van de Europese meerjarenbegroting. Het geld was halverwege de rit zo goed als op door de pandemie en de oorlog in Oekraïne. Om de steun aan Oekraïne te kunnen doorzetten was het broodnodig om de schatkist bij te vullen. Ook leidde België de laatste onderhandelingen over het nieuwe migratiepact in goede banen. 

Natuurherstelwet

Een knap staaltje diplomatie zagen we terug bij de Europese zorgplichtwet, waarvoor PvdA’er Lara Wolters hoofdonderhandelaar was. Op het allerlaatste moment trok Duitsland zijn steun in voor de wet die bedrijven verantwoordelijk stelt voor misstanden in de volledige logistieke keten. De Belgen wisten de wet dusdanig af te zwakken dat Duitsland toch aan boord bleef, terwijl mensenrechtenorganisaties alsnog tevreden waren. Bij een Europese wet die platformwerkers zoals Uber-chauffeurs moet beschermen haalden ze een soortgelijk kunstje uit. 

Ook trok België op de valreep van het voorzitterschap de natuurherstelwet over de streep, zij het wel op Belgische wijze. Zelf moest het land zich onthouden bij de stemming omdat intern niet alle regeringen het eens waren. Ook ontstond er op het allerlaatste moment opschudding nadat de Oostenrijkse klimaatminister tegen de wil van haar eigen regering alsnog voor de wet stemde. Zonder Oostenrijk was er geen meerderheid. De Brusselse klimaatminister die op dat moment zelf al demissionair was, zag er geen probleem in en liet de stemming gewoon doorgaan nadat Oostenrijk hem had proberen terug te fluiten.