De controles in een aantal landen laten te wensen over. Ook de Europese Commissie heeft onvoldoende inzicht in de uitgaves van het EU-geld. In totaal is meer dan 650 miljard euro uit het herstelfonds toegekend.
Volgens de rekenmeesters van de Europese Rekenkamer zijn veel uitgaven ondoorzichtig en kan het zijn dat landen via het coronaherstelfonds in feite staatssteun geven. En staatssteun mag in de Europese Unie alleen onder hele strikte voorwaarden en na de goedkeuring van de Europese Commissie.
Geen enkele moeite
Verder constateren de onderzoekers van de in Luxemburg gevestigde Rekenkamer dat er landen zijn die geen enkele moeite doen om geld dat niet goed is uitgegeven terug te vorderen. “En zelfs als ze dit wel doen, wordt het niet in de EU-begroting teruggestort”, zo staat te lezen in het rapport.
De controlemechanismen van vijf lidstaten zijn onderzocht: Frankrijk, Spanje, Kroatië, Italië en Tsjechië. Die landen dienden voor april 2023 verzoeken in bij de Commissie voor geld uit het herstelfonds. Nederland was vrij laat met de aanvraag tot geld uit het fonds. Ons land kreeg pas in mei 2024 de eerste euro’s en is niet onderzocht.
Hoe komt het?
Volgens de onderzoekers heeft het met onduidelijke regels te maken. EU-landen kregen namelijk geen gedetailleerde leidraad hoe ze moesten controleren. Aanvankelijk was de controle van de Europese Commissie meer gericht op fraude, corruptie en belangenconflicten. Pas later keek de Commissie of het geld wel terechtkwam waar het voor was aangevraagd en of er geen sprake was van staatssteun.
Met name overheidsopdrachten werden niet gecontroleerd. De conclusie van de Rekenkamer is dat de uitgekeerde bedragen uit het fonds te groot zijn voor landen om goede en tijdige controles uit te voeren. “Een hardnekkig probleem” noemt de Rekenkamer het. De Rekenkamer heeft zelf geen bevoegdheden om landen aan te spreken of te vervolgen.
Donderdagavond komt de Nederlandse vertegenwoordiger in de Europese Rekenkamer Stef Blok naar Nieuwspoort. Er zijn nog kaarten. Klik hier.