De Europese gemeenschappelijke markt: zelfs de grootste eurosceptici zullen moeite hebben om het voordeel ervan te ontkennen. Dat bedrijven binnen de Europese Unie zonder grenzen kunnen handelen, zorgt voor de consument voor lagere prijzen omdat er meer concurrentie is. Bedrijven zelf genieten op hun beurt dan weer volop van toegang tot de reusachtige Europese afzetmarkt.
Te hoge prijzen
Toch is er één fundamenteel product waarbij we nauwelijks kunnen spreken over een Europese gemeenschappelijke markt: elektriciteit. Volgens de Europese Rekenkamer zijn onze elektriciteitsmarkten onvoldoende aan elkaar vastgekoppeld. Vooral het feit dat lidstaten nog steeds erg uiteenlopende regelgeving op dit gebied hebben, zit grensoverschrijdende handel in de weg. Het gevolg: elektriciteitsprijzen kunnen nog steeds sterk verschillen tussen lidstaten en zijn hoger dan ze in theorie zouden kunnen zijn.
“Door de huidige energiecrisis en de crisis van de kosten van levensonderhoud waarmee de EU-burgers momenteel worden geconfronteerd, is het nog urgenter dat de EU een interne elektriciteitsmarkt tot stand brengt”, vertelt Rekenkamerlid Mihails Kozlovs. Een grotere Europese elektriciteitsmarkt waar meer concurrentie is, zou de prijs immers fel kunnen drukken.
Kozlovs benadrukt daarbovenop dat een geïntegreerde elektriciteitsmarkt ook duurzamer zou zijn en de leveringszekerheid vergroot. Het gekibbel tussen lidstaten nadat Poetin de gaskraan dichtdraaide, illustreert hoe de gefragmenteerde markt ervoor zorgt dat het momenteel ieder voor zich is wanneer er schaarste ontstaat.
Geen enkele richtlijn uitgevoerd
Aan een gebrek aan motivatie in Brussel zal het echter niet liggen. In 1996 begon de EU al aan het project om de elektriciteitsmarkten samen te voegen. Bijna tien jaar na de deadline van dit project, wordt de markt echter nog steeds beheerst door 27 nationale regelgevingskaders. Saillant detail: de Rekenkamer stelde vast dat er tot op heden geen enkele van de hiervoor bedachte Europese richtlijnen volledig is uitgevoerd.
De Rekenkamer is van mening dat de Europese Commissie de hervorming vooral juridisch niet handig aangepakt zou hebben omdat het de nationale regelgevende instanties verantwoordelijk gesteld had voor de implementatie van de nieuwe regels. Wanneer die nationale instanties elk op hun beurt de de Europese richtlijnen gaan vertalen, krijg je natuurlijk alles behalve een harmonieus eindresultaat.
Bovendien zou de Commissie de markt onvoldoende in kaart hebben gebracht voor het aan de slag ging. Een buurman die graag met de gaskraan speelt, en de opkomst van duurzame energie zag Brussel over het hoofd.
Waakhond zonder tanden
De Rekenkamer hekelt ook het feit dat ACER, de marktwaakhond die toeziet op integratie van de elektriciteitsmarkten, geen middelen heeft om verandering af te dwingen. Het toezicht en de rapportage door ACER zouden bovendien gebrekkig zijn omdat het over onvoldoende data beschikt. Ook de coördinatie tussen ACER en de Europese Commissie verloopt slecht volgens de Rekenkamer.
Zo’n waakhond zonder tanden opent de deur voor manipulatie van de elektriciteitsmarkt door handelaars. “Denk hierbij aan bijvoorbeeld handelaren die aan zichzelf verkopen om de schijn op te wekken dat de markt actiever is dan hij daadwerkelijk is”, vertelt een Rekenkamerlid dat anoniem wil blijven. “Om het bot te zeggen: dat soort praktijken zorgen voor een hogere prijs”, aldus Kozlovs.
In het verlengde daarvan moet ACER ook machteloos toekijken wanneer lidstaten proberen om elektriciteitsleveranciers van elkaar af te snoepen door kortingen op boetes of soepelere regelgeving te bieden.