Het voorstel is onderdeel van het Migratiepact dat in juli 2026 klaar moet zijn. Maar de Europese Commissie wil deze EU-lijst al eerder doorvoeren om meer Europese landen op één lijn te krijgen over welke landen veilig zijn voor vluchtelingen en welke niet. De lijst, zo schreven we al eerder, is opgesteld op basis van een aantal voorwaarden: De eerste is of een land al vaker door Europese landen als veilig is aangemerkt op de nationale lijsten die momenteel worden gebruikt. Daarnaast is gekeken naar landen waaruit veel aanvragen binnenkomen, maar waar weinig aanvragen voor asiel worden goedgekeurd.
Zorgen Nederlandse Europarlementariërs
PVV-Europarlementariër Marieke Ehlers vroeg waarom er niet meer landen aan de lijst zijn toegevoegd? Naar voorbeeld van de Verenigde Staten. Ook vroeg zij naar wie verantwoordelijk is voor het aanvoeren van bewijs dat het land van herkomst niet veilig zou zijn? De Europese Commissie had als antwoord dat de nationale lijsten nog altijd binnen EU-landen gebruikt mogen worden, dus daar kunnen meer landen opstaan dan op de EU-brede lijst. Ook gaf zij aan dat de bewijslast bij de asielaanvrager ligt. De medewerker die de aanvraag behandelt is verantwoordelijk voor de beoordeling van de gegeven informatie.
Tineke Strik, Europarlementariër voor GroenLinks-PvdA, maakt zich grote zorgen over deze Europese lijst. Vooral over de manier waarop deze opgesteld is en de gevolgen voor asielzoekers uit de landen op deze lijst. Ze wilde graag weten op basis van welke informatie Tunesië aan de lijst is toegevoegd? Volgens Strik komen er uit verschillende hoeken berichten binnen dat in dat land de rechtelijke macht in slechte staat is en dat de media hier niet vrij kan werken. De Europese Commissie gaf aan dat een groot deel van de informatie komt uit het Europese agentschap voor asiel en migratie. Zij verzamelen informatie van verschillende instanties en maken hier rapporten van. De Europese Commissie deelde de zorgen over de gevolgen voor asielzoekers niet. Iedere aanvraag zal nog altijd individueel beoordeeld worden. Alleen zullen aanvragen uit landen op de EU-lijst maximaal drie maanden duren, in plaats van zes maanden.