Tijdens het vragenuur gisteren in de Tweede Kamer uitte BBB-frontvrouw Caroline van der Plas haar ergernis. Minister van Binnenlandse Zaken Judith Uitermark (NSC) was namelijk afwezig, omdat ze een vergadering in Brussel bijwoonde. Tijdens die bijeenkomst werd onder andere de Nederlandse rechtsstaat besproken.

“Ik vind het héél vreemd, en dan druk ik mij heel zacht uit, dat de minister op dienstreis is naar Brussel”, vertelde Van der Plas. Het is gangbaar “dat bewindspersonen zich beschikbaar houden voor het vragenuur op dinsdag tussen 14.00 uur en 15.00 uur”, voegt ze hieraan toe. “Het wordt uitdrukkelijk aan ze verzocht om geen afspraken buiten de deur te maken omdat dit het moment is waarop ze verantwoording afleggen aan de Tweede Kamer”.

“Waarom is deze dienstreis belangrijker dan het beantwoorden van vragen van de Tweede Kamer?” vroeg Van der Plas zich af.  De voorzitter van de Tweede Kamer, Martin Bosma (PVV) legt Caroline uit waarom. “De minister van Binnenlandse Zaken verkeert in Brussel, dit is niet zozeer, wat u zei, een ‘dienstreis’. Zij is aanwezig bij de Raad Algemene Zaken, en dat is een onvermijdelijke buitenlandse verplichting.” Bosma heeft dan ook vrede met de afwezigheid van minister Uitermark.

Van der Plas krabbelde daarna terug. “Ik begrijp helemaal dat de Europese agenda geen rekening gaat houden met die van Den Haag”, antwoordde ze. Wel vroeg ze de voorzitter om het belang van het vragenuur nogmaals aan te kaarten bij de bewindslieden.

Van der Plas is voorzitter van de Tweede Kamercommissie voor Europese Zaken. Dat is een commissie die onder andere gaat over het Nederlandse standpunt in EU-beleid, en advies geeft over werkbezoeken naar Brussel. Het is daarom opvallend dat Van der Plas de waarde van Europese ministerraden niet in lijkt te zien.