Strijd om plasticverdrag: EU wil actie, oliestaten houden tegen

Deze week onderhandelen wereldleiders in Busan, Zuid-Korea, over een plasticverdrag. De EU wil ambitieuze afspraken maken om plasticvervuiling tegen te gaan, maar olierijke landen houden de rem erop. Ondertussen blijft het de vraag wie daarvoor de rekening betaalt.

3 min. leestijd
Bron: iStock

Net terug van de klimaattop in Azerbeidzjan duiken landen direct in de volgende bijeenkomst: de VN-top in Busan, Zuid-Korea moet eind deze week leiden tot een internationaal plasticverdrag.

Ons huidige grootschalige gebruik van plastic leidt tot veel schade aan het milieu. Het plasticverdrag moet daarom tot wereldwijde strengere regels leiden over de productie en verwerking van plasticproducten. De onderhandelingen worden nog spannend. De EU staat er ambitieus in, maar oliestaten willen vasthouden aan de status quo en van grote landen als China en India is het standpunt nog onduidelijk.

Het plasticprobleem

Als er niks verandert aan ons plasticgebruik, zal dit grote gevolgen hebben. Gaan we op onze huidige lijn door, dan zal de hoeveelheid plasticafval die in watergebieden zoals rivieren en oceanen terechtkomt volgens VN-berekeningen bijna verdrievoudigen. Van ongeveer 11 miljoen ton in 2016 naar zo’n 29 miljoen ton in 2040.

Daarom zijn landen al vaker met elkaar om tafel gegaan. Nederland vormt samen met 39 andere landen een coalitie voor een mondiaal doel voor duurzame plasticproductie. Maar niet iedereen heeft belang bij het terugdringen van de wereldwijde productie en het gebruik van plastic.

Oliestaten bijvoorbeeld verdienen veel geld aan plastic, dat grotendeels wordt gemaakt met gebruik van fossiele brandstoffen. Zij willen dat de deal vooral een afvalbeheerplan wordt in plaats van dat het productiebeperkingen oplegt. De EU wil daarentegen juist zien dat de plastic-kraan wordt dichtgedraaid.

Minder problematische plastic producten

De EU zet tijdens de onderhandelingen deze week daarom juist in op strenge afspraken tussen de wereldleiders om de plasticproductie terug te dringen. Zo moet er bijvoorbeeld een verdergaand verbod komen op ‘problematische producten’ zoals wegwerpplastic. Ook wil de EU dat de plasticindustrie verplicht wordt meer te recyclen en te hergebruiken.

Dit is in lijn met het EU-plan voor een circulaire economie, waarbij afval zoveel mogelijk wordt voorkomen en gebruikte grondstoffen zo lang mogelijk in de Europese economie blijven. Deze strategie heeft via Europese richtlijnen in Nederland al geleid tot concrete gevolgen. Sinds 2021 zijn wegwerpproducten zoals rietjes of het plasticbakje bij de snackbar verboden. En sinds dit jaar zit het plastic dopje aan je statiegeld-flesje vast en is ook het plastic bekertje bij de koffieautomaat op werk verleden tijd.

Wie betaalt de prijs van een plasticvrije toekomst?

Een groot deel van het plastic wordt geproduceerd in Azië. Landen zoals China en India zijn verantwoordelijk voor veel plasticvervuiling, maar juist van deze landen is het standpunt tijdens de onderhandelingen nog onduidelijk. Wel lijken deze landen minder obstructief dan olierijke landen.

Ondertussen voert de komst van een nieuw Donald Trump-presidentschap in de VS de druk op. Zijn standpunt zal naar alle waarschijnlijkheid een stuk minder ambitieus zijn dan dat van de huidige Joe Biden-regering. Als de onderhandelingen niet voor zijn aantreden in januari rond zijn, hebben olielanden er mogelijk een obstructieve bondgenoot bij.

Ook gaat het wederom om de vraag: wie gaat het betalen? Het opruimen van plasticvervuiling of een aangepaste infrastructuur voor het recyclen van plastic, dat alles kost geld. Wel 1,64 biljoen dollar, volgens dit VN-rapport. Er zullen deze week dus ook afspraken moeten worden gemaakt over wie er opdraait voor de kosten en hoeveel er publiek en privaat gaat worden geïnvesteerd.