Spieken in IJsland

4 min. leestijd
Reykjavik city view of Hallgrimskirkja from Perlan Dome, Iceland

Hoe doen ze dat nou eigenlijk in IJsland? Zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen echt zo klein? Dat wilde een commissie van het Europees Parlement wel eens weten en ging een paar dagen is op bezoek in Reykjavik.
Europarlementariërs Vera Tax (PvdA) en Michiel Hoogeveen (JA21) reisden mee. Zij wilden vooral hun licht opsteken over het genderbeleid.
En daar hebben de twee collega’s nogal verschillende opvattingen over.
Hoe regelt IJsland in de praktijk gelijk loon voor gelijk werk en wat kan Nederland daarvan leren?

Alleen maar vrouwen

“Ik ben hier de enige man!”, zegt Hoogeveen opgewekt aan de andere kant van de telefoonlijn. Hij is plaatsvervangend lid van FEMM, de Commissie Rechten van de Vrouw en Gendergelijkheid. De delegatie zal met een aantal IJslandse ministers en ondernemers praten. 

“Vanuit mijn politieke hoek wat minder gebruikelijk, maar daarom niet minder belangrijk. Het thema is een prioriteit van het Europees parlement en de Europese Commissie, dus daar moeten we naar kijken”.

Bureaucratisch gedoe

IJsland kent sinds de Internationale vrouwendag in 2018 een wet waarbij gelijk werk voor man en vrouw evenredig moet worden beloond. Dat geldt voor zowel overheidsinstellingen als bedrijven met minstens vijfentwintig werknemers. En dus ook de grote jongens: “We spraken al met Islandsbanki, de grootste bank van IJsland”.

Toch plaatst Hoogeveen vraagtekens bij het IJslandse genderbeleid. Zo zouden kleinere IJslandse bedrijven zich al kritisch hebben uitgelaten: “De wet brengt veel bureaucratisch gedoe met zich mee en daar zijn vooral de kleine en middelgrote organisaties de dupe van”.

Michiel Hoogeveen (midden) en Vera Tax (rechts) tijdens hun bezoek aan IJsland

Vaag

Daarnaast betwijfelt Hoogeveen of de wet in praktijk wel goed wordt nageleefd: “De interpretatie en invulling is aan de bedrijven. Als ik doorvraag welke standaarden er worden gehanteerd, blijft het vaag.”

Dat heeft volgens Hoogeveen ook te maken met de onduidelijkheid bij het vaststellen van de loonkloof tussen mannen en vrouwen. “Hoe wordt deze gemeten in IJsland? Daar heb ik nog geen duidelijk antwoord op gekregen”.

Vera Tax is eerder optimistisch: “Sinds deze wet heeft 60% van de bedrijven in IJsland de loonkloof in hun bedrijf aangepakt en opgelost. Dat is heel positief”. Toch dicht dat niet het gat, weten ze ook in IJsland. Tax: “De loonkloof is namelijk meer dan het verschil in betaling”.
Er liggen volgens haar andere maatschappelijke factoren  aan ten grondslag. “We waarderen het werk van vrouwen minder dan dat van mannen”.

Kansen

Michiel Hoogeveen ziet tijdens dit uitstapje wel mogelijkheden voor Nederland: “Dit bezoek heeft me doen inzien dat er, naast het feministisch argument, ook een economisch argument is voor gelijke lonen voor hetzelfde werk.
“Ons land is koning in het parttime werken en vooral vrouwen doen dat. We zouden een discussie moeten beginnen over het betaalbaarder maken van de kinderopvang”. 

Tax komt tot eenzelfde conclusie: “Toegankelijke en betaalbare kinderopvang zal de kansen van vrouwen op de arbeidsmarkt vergroten”.

Wel of geen Europese inmenging

Hoewel Nederland op nationaal niveau wetten heeft aangenomen om gendergelijkheid te stimuleren, blokkeert het al jarenlang een Europese richtlijn die gaat over meer vrouwen in raden van bestuur.
Dat is onbegrijpelijk volgens Tax, maar verstandig volgens Hoogeveen:  “Lidstaten moeten hier zelf over beslissen. Hier moet de Europese Commissie zich niet mee moeien”.

Tax vreest dat er dan weinig zal veranderen: “Ik ben tegen de Nederlandse blokkade van de richtlijn voor meer vrouwen in de raden. Het dossier zit al negen jaar vast en het is inmiddels duidelijk dat we niet alleen kunnen rekenen op individuele acties van bedrijven”.

“Gendergelijkheid is een van de fundamentele rechten van de Europese Unie. Vrouwen moeten op alle niveaus gelijke kansen krijgen. Met Europese wetgeving kunnen we gendergelijkheid in de hele EU naar een hoger niveau tillen en zorgen dat we overal meer vrouwen in de top van het bedrijfsleven krijgen.”

Lessen trekken

Hoogeveen en Tax zullen het niet eens worden over de vraag of gendergelijkheid een nationale of Europese aangelegenheid moet zijn. Wel hebben ze tijdens dit bezoek ingezien dat gendergelijkheid in Nederland gestimuleerd kan worden met betere kinderopvang. Dat gat tussen de twee is alvast gedicht.