Fast fashion is in de mode: we kopen steeds meer kleding en schoenen en dragen deze steeds minder lang. De gemiddelde Nederlander koopt nu elk jaar 46 nieuwe kledingstukken. Ook doen we er 40 weg. Die enorme textielberg leidt tot grote problemen: hoog waterverbruik, uitbuiting tijdens de productie en milieuvervuiling door chemicaliën en plastic. Het grootste deel van de afgedankte kleding komt op de vuilstort terecht en wordt verbrand.
Omdat de (online) kledingindustrie zo hard gegroeid is, wordt er vaak meer geproduceerd dan er verkocht wordt. Ook deze kleding belandt veelal in de verbrandingsoven als het niet aanslaat bij de consument. Om hier verandering in te brengen, zijn de lidstaten in Brussel gisteren akkoord gegaan met een stapel spiksplinternieuwe ecodesign-regels.
Online verkoop
Zo komt er een direct verbod op de vernietiging van onverkochte textiel, schoenen en kleding. Hierbij komt wel een vrijstelling van vier jaar voor middelgrote bedrijven, zodat zij zich rustig kunnen aapassen. Kleine bedrijven met minder dan vijftig medewerkers worden helemaal uitgesloten van het vernietigingsverbod. Er komt wel een overgangsperiode van achttien maanden.
Het doel is dan ook vooral om de wildgroei van kledingwebshops een halt toe te roepen. De concurrentie in de sector is moordend en dat leidt tot goedkope massaproductie, waarbij een deel van de kleding nooit in omloop wordt gebracht. Hier valt de grootste milieuwinst te behalen.
Goedkoper en beter
De nieuwe regels gelden overigens niet alleen voor de textielindustrie. Ook andere sectoren moeten duurzamer gaan ontwerpen. Zo komen er bijvoorbeeld nieuwe eisen aan de levensduur van producten. Ook moeten ze makkelijker gerepareerd, hergebruikt en gerecycled kunnen worden. Ook komt er een zogenaamd ‘online product-paspoort’ dat informatie moet geven over hoe spullen scoren op al deze punten.
De nieuwe ecodesign-regels bouwen voort op en vervangen al bestaande regels uit 2009. Onder de nieuwe regels vallen bijna alle spullen in omloop in de EU. Alleen voedingswaren, medicijnen en motorische voertuigen zijn uitgezonderd. Voor voertuigen wordt aan aparte duurzaamheidsregels gewerkt.
Nederland zou hard gelobbyd hebben om de eco-regels er doorheen te krijgen. “Door in de ontwerpfase al goed na te denken over duurzaamheid, gaan producten langer mee en zijn er minder grondstoffen nodig voor de productie. Dat scheelt mensen geld en is ook nog eens goed voor het milieu”, aldus staatssecretaris van Milieu Vivianne Heijnen. “Hoe fijn is het als spullen niet na éénmalig gebruik al in de prullenbak belanden?”
Hoe nu verder?
Nu de lidstaten het eens zijn, gaat het voorstel naar het Europees Parlement. Wanneer deze de nieuwe regels ook goedkeurt, gaan ze in.