Nieuwsbrief Brussels Peil | Terug in je hok

Het is niet de bedoeling dat het Europees Parlement nog meer macht krijgt. De regeringen van de 27 lidstaten hebben een brief geschreven aan zowel het Europees Parlement als de Europese Commissie waarin ze zeggen dat nieuwe bevoegdheden uit den boze zijn en oude verworven rechten tegen het licht gehouden moeten worden, schrijft onze hoofdredacteur Bert van Slooten (cartoon) in de nieuwsbrief Brussels Peil van deze week.

3 min. leestijd

Het was juist de bedoeling dat het Europees Parlement meer en beter zou worden ingelicht. De twee voorzitters Metsola (van het Parlement) en Von der Leyen (van de Commissie) kwamen daarom vorige maand overeen om beter hun best te doen. Er zou meer informatie naar het Parlement komen en ook Eurocommissarissen zouden vaker dan nu het geval is, een debat bijwonen. Bovendien beloofde Von der Leyen dat de nieuwe Europese Commissie beter zou beargumenteren waarom in sommige gevallen noodwetgeving nodig is. De noodwetten werden nogal eens van stal gehaald tijdens de Covid-periode, waardoor het Parlement in feite buiten spel staat en alleen de ministers de voorstellen hoeven goed te keuren. Formeel kan dat (voor de liefhebbers artikel 122 van het verdrag). 

Wat is het bezwaar?

Het is de aloude machtsvraag. Wie heeft het voor het zeggen in Europa? Zijn dat de landen of is dat het Europees Parlement, al dan niet in samenspraak met de Europese Commissie? De landen hebben nu in ieder geval een streep getrokken. Ze vinden de afspraken die Von der Leyen en Metsola hebben gemaakt problematisch en in strijd met de verdragen. Er kan hoe dan ook geen sprake zijn van nog meer bevoegdheden, dus de droom van het Europees Parlement om zelf wetten te mogen voorstellen (het recht van initiatief) is voorlopig ook in de ijskast gezet. De verdragen zijn voor de landen heilig en mogen niet zomaar door de instellingen (Parlement en de Commissie) worden gewijzigd of aangevuld, ook niet door een onderlinge overeenkomst, is de mening van de lidstaten.

In de praktijk kunnen leden van het Europees Parlement wel met voorstellen komen. Ze maken dan eerst iemand rapporteur, waarna een rapport wordt aangenomen. En als een grote meerderheid van het Parlement het met de opvattingen daarin eens is, neemt de Europese Commissie daarna het initiatief om zelf met een plan over het onderwerp te komen. Dat plan lijkt dan vaak op het oorspronkelijke idee. Een voorbeeld is de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD), over ketenaansprakelijkheid, van Lara Wolters. De anti-wegkijkwet. Ze stelde eerst een rapport op, waarna de Europese Commissie in nauwe samenwerking met Wolters de definitieve wet in elkaar sleutelde. Maar formeel mag het dus niet van de lidstaten.

Wat nu?

Formeel gelden de afspraken tussen Von der Leyen en Metsola niet meer. Dat betekent nog steeds dat niet alle informatie met het Parlement gedeeld mag worden. Een gelijke behandeling is verboden, want zo zeggen de landen heel formeel: het staat niet in de verdragen en mist daarom rechtsgeldigheid. 

Nou sijpelt er in de Brusselse vergiet altijd van alles door, maar dat is niet officieel. Ook hebben verschillende nieuwe Eurocommissarissen toegezegd vaak in de vergaderzaal van het Parlement te verschijnen. Maar wat betreft de noodwetten en het initiatiefrecht is het voor het Parlement even slikken, want voorlopig gaat een streep door die plannen. Om met de waarschuwing van de lidstaten af te sluiten: “Het institutionele evenwicht mag niet verstoord worden.”