50 landen, waaronder Nederland, coördineren samen de militaire steun aan Oekraïne. De grootste bijdragen komen van Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Duitsland trekt 11 miljard euro uit en levert onder meer raketten, drones, tanks en luchtverdediging. Het VK stelt ongeveer 5,2 miljard euro beschikbaar, waarvan een groot deel bedoeld is voor drones, radarsystemen en het onderhoud van eerder geleverd materieel.
Honderdduizenden drones
Nederland draagt ook bij aan het steunpakket. Minister Ruben Brekelmans zegde 150 miljoen euro toe voor Oekraïense luchtverdedigingssystemen. De nieuwe Duitse steun bestaat uit100.000 artilleriegranaten, 300 verkenningsdrones, 25 Marder-infanteriegevechtsvoertuigen, 15 Leopard 1A5-tanks, 14 artilleriesystemen, IRIS-T luchtafweersystemen en grondradars.
Het Verenigd Koninkrijk levert £160 miljoen voor onderhoud van voertuigen, meer dan £250 miljoen aan radar- en wapensystemen en honderdduizenden drones. Volgens de Duitse Defensieminister Boris Pistorius is de steun een signaal aan Oekraïne en Rusland, dat het nog lang niet afgelopen is met westerse steun aan Oekraïne.
En Amerika?
Hoewel de Verenigde Staten sinds de terugkeer van Donald Trump het leiderschap in deze coördinatiegroep hebben neergelegd, was de Amerikaanse minister van Defensie Pete Hegseth er wel – zij het, digitaal, op afstand – bij. Oekraïne benadrukte dat het de VS nog altijd als ‘belangrijkste partner’ beschouwt, maar binnen Europa groeit de bezorgdheid over de Amerikaanse betrokkenheid op langere termijn.
“Als Europeanen moeten we zelf verantwoordelijkheid nemen”, stelt Pistorius. “Samen met het VK zullen we onze rol blijven vervullen.” De Britse minister van Defensie John Healey heeft het ook over plannen om Oekraïne te beschermen in geval van een tijdelijk staakt-het-vuren, hoewel de kans daarop klein lijkt. Daarbij gaat het om een ‘coalitie van bereidwilligen’, een groep landen buiten de VS om, die lucht- en maritieme steun wil bieden, maar voorlopig geen grondtroepen stuurt.