“Koop nu, betaal later,” of “buy now, pay later” (BNPL) zoals het inmiddels bekendstaat, maakt het mogelijk om spullen aan te schaffen maar pas later af te rekenen. Vaak moet dit binnen 30 dagen. Online is dit model al populair, maar nu overwegen betaaldiensten Adyen en Klarna om deze service ook in Nederlandse winkelstraten aan te bieden.
“Onzalig plan”
Geen goed idee, volgens velen. Want uiteindelijk moet je toch de portemonnee trekken. En als klanten niet kunnen voldoen aan hun betalingsverplichtingen, stapelen de boetes zich snel op. Het is dan ook geen verrassing dat de Autoriteit Financiële Markten (AFM) al langer waarschuwt voor deze trend. De AFM maakt zich vooral zorgen over jonge consumenten die zich laten verleiden om meer te kopen dan ze zich kunnen veroorloven.
Ook de Tweede Kamer ziet dit “onzalige plan” liever niet werkelijkheid worden. “Ik geloof niet dat er iemand in de Kamer is die dit wel wil”, vatte Chris Stoffer (SGP) de stemming bondig samen. De Kamer stemde dan ook unaniem in met een motie om “later betalen” in de winkelstraat helemaal te verbieden.
Maar de verantwoordelijke staatssecretaris Teun Struycken (Rechtsbescherming, NSC) stelt dat hij moet wachten op een nieuwe Europese richtlijn, waarin nieuwe regels voor diensten als Klarna zijn opgenomen. “We kunnen deze invoeringsdatum niet vervroegen en kunnen dus voorlopig geen nationale regels maken voor BNPL-diensten,” aldus Teun Struycken (Rechtsbescherming, NSC).
Niets extra’s
Achter de schermen speelt een Europese richtlijn uit 2008 een rol. Een ‘richtlijn’ is een Europese afspraak die een doel vastlegt, waarna de lidstaten zelf mogen bepalen hoe ze hun wetgeving vormgeven om dat doel te behalen. Deze richtlijn (uit 2008 dus) stelt eisen aan kredietverstrekkers om consumenten te beschermen.
Alleen: er was destijds nog geen oog voor kredietmodellen zoals Klarna en Ayden, waarbij het betalen rentevrij kan worden uitgesteld. Om hier verandering in te brengen, werd de richtlijn afgelopen november vernieuwd. Nu bevat deze wel regels voor BNPL, en heeft de consumentenwaakhond AFM de bevoegdheid om toezicht te houden op aanbieders van deze diensten.
Probleem opgelost, zou je denken. Maar, zoals gebruikelijk bij richtlijnen, gaan de regels pas over twee jaar (dus in november 2026) officieel in. Dit is bedoeld om de lidstaten de tijd te geven zich voor te bereiden en hun wetgeving aan te passen. En volgens staatssecretaris Struycken betekent dat dus dat Den Haag in de tussentijd niets extra’s kan doen.
Wachten hoeft niet
Toch blijkt dat niet helemaal waar, tot ergernis van Ingelise de Boer van het bureau van de Europese Commissie in Den Haag. “De bewering dat Europese regels het onmogelijk maken om op korte termijn paal en perk te stellen aan BNPL-regelingen, is onjuist,” stelt zij.
“November 2026 is de uiterste datum”, aldus de Boer. “Nederland hoeft daar niet op te wachten, het mag ook eerder,” reageert zij op het pleidooi van de staatssecretaris. Andere Europese landen, zoals Duitsland, hebben al aanvullende maatregelen getroffen tegen kredietmodellen zoals BNPL. Zolang de wil er maar is, is het dus prima mogelijk. “De richtlijn bepaalt alleen een minimumkader: een land kan zelf bepalen hoe het de nationale regels vormgeeft en mag de wet ook strenger maken.”
Staatssecretaris terughoudend
Hoewel de roep om actie luid is, blijft de staatssecretaris terughoudend. Zijn woordvoerder benadrukt dat een eigen wetgevingstraject voor BNPL niet sneller resultaten zou opleveren dan simpelweg wachten op de invoeringsdatum van de Europese richtlijn (november 2026). Voorlopig blijft het probleem dus liggen in Den Haag, en wordt BNPL zeer waarschijnlijk een optie voor consumenten in de Nederlandse winkelstraat.
Een versie van dit verhaal is eerder verschenen in de Dagvangst. Van maandag tot en met donderdag maakt hoofdredacteur Bert van Slooten je wakker met het Europese nieuws dat voor Nederland van belang is. Geïnteresseerd? Abonneer je hier.