Wie de afgelopen maanden alle onheilsberichten over de energiecrisis en stijgende prijzen heeft gevolgd, zal ongetwijfeld het gevoel hebben dat Nederland op het randje van een economische afgrond staat. Nochtans geeft de gemiddelde Nederlander aan dat het financieel best goed met hem gaat. In de recentste Eurobarometer geven 88 procent van de Nederlanders aan dat het economisch goed gaat met hun huishouden. 77 procent zegt dat ook hun werkomstandigheden prima zijn. Het Europese gemiddelde lag respectievelijk op 70 en 61 procent.
Onze bekommernissen
Dat de gemiddelde Nederlander blijkbaar minder financiële zorgen heeft dan de gemiddelde Europeaan komt ook terug in de Europese thema’s waar we in Nederland het meest wakker van liggen: de klimaatcrisis en de geopolitieke context, waar de meeste Europeanen inflatie en de energiecrisis als grootste Europese dreigingen aanduiden.
De woningnood vooral in Nederlandse een zorg. 30 procent van de Nederlander ziet het als één van de twee grootste nationale problemen. Enkel de Ieren (48 procent) en de Luxemburgers (52 procent) liggen ook wakker van de woningmarkt in eigen land.
Vertrouwen
Aan het vertrouwen in de eigen regering valt niet terug te lezen dat de meeste Nederlanders geen economische malaise ervaren. Slechts 38 procent geeft aan vertrouwen in de Nederlandse overheid te hebben. In de Eurobarometer van deze winter was dat nog 45 procent.
De Europese Unie krijgt wel een (zeer nipte) voldoende van de Nederlander: 52 procent gaf aan daar vertrouwen in te hebben. Met dat percentage behoren we zeker niet tot grootste EU-fans. In maar liefst 13 landen waren er meer burgers die vertrouwen hebben in de EU: Malta, Litouwen en Portugal zijn respectievelijk de grootste supporters van het Europese project. Dat Nederland ook Polen en Hongarije moet vooraf laten gaan in dat rijtje zal misschien wat wenkbrauwen laten fronsen, gezien hun reputaties als de stoutste jongetjes van de Europese klas.
Een ander verrassend resultaat is dat de Fransen het minste vertrouwen hebben in de EU (34 procent). Blijkbaar moet president Emmanuel Macron zijn strategie om zich op te werpen als dé grote man van Europa nog eens bezien.