Acht Europese landen, waaronder Nederland, willen dat de EU een limiet stelt aan het aantal kinderen dat uit één spermadonor kan worden geboren. Een donorlimiet kan echter negatieven gevolgen kan hebben voor Nederlandse wensouders.
Donorgeboorten nemen toe in Europa, terwijl de vruchtbaarheid daalt en meer mensen, ook alleenstaanden en LHBTQ+-stellen, gebruikmaken van donaties. Omdat er te weinig lokale donoren zijn, worden sperma en eicellen vaak over de grens gestuurd, soms zelfs van dezelfde donor naar meerdere landen.
De meeste EU-landen hebben limieten, variërend van vier tot zestien kinderen per donor. Bij grensoverschrijdende donaties ontbreekt echter zo’n grens. Sommige landen hebben helemaal geen donorlimiet, of een grens van maar liefst 75 kinderen per donor. Volgens Nederland, en de zeven andere landen, kan dat leiden tot onbedoelde relaties tussen halfbroers en -zussen, en tot psychische problemen. De landen willen dit daarom bespreken met de EU-ministers.
Nederlands limiet
In Nederland geldt een limiet van 25 kinderen per donor: een stuk hoger dan in de meeste andere EU-landen met een limiet. Toch is ook Nederland voorstander van EU-brede regels om risico’s te beperken.
Een Europees limiet kan echter voor Nederland nadelig uitpakken: er zijn hier namelijk te weinig spermadonoren, waardoor veel donaties uit het buitenland komen. Zo komen de meeste donaties uit Denemarken; in sommige Nederlandse klinieken is dat zelfs 60 procent. Een Europees limiet kan ertoe leiden dat er minder donaties naar Nederland komen, waardoor de wachttijd nog verder oploopt. Momenteel is die al één tot drie jaar.
Het College Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting (Cdkb) laat in een reactie weten het belangrijk te vinden dat er duidelijke, gezamenlijke Europese regels komen, maar erkent de mogelijke gevolgen: “Het is niet uitgesloten dat een limiet invloed kan hebben op de hoeveelheid spermacellen die beschikbaar zijn, of de prijs die wensmoeders betalen voor de rietjes van hun donor.”
Volgens het Cdkb is het echter aan beleidsmakers en belanghebbenden om hier een goed evenwicht in te vinden: “Het Cdkb vindt met name transparantie en duidelijkheid van belang.”