Nederland schaart zich achter de nieuwe NAVO-norm van vijf procent van het bbp voor defensie en veiligheid. Dat heeft het demissionaire kabinet besloten. Van dat bedrag gaat 3,5 procent naar defensie-uitgaven, de overige anderhalf procent naar zogenoemde “brede weerbaarheid” – investeringen in onder meer cyberveiligheid en infrastructuur waar de krijgsmacht van profiteert.
‘Historisch besluit’
Met het besluit geeft Nederland gehoor aan de oproep van NAVO-secretaris-generaal Mark Rutte, die eerder pleitte voor een gezamenlijke verhoging van de defensie-inspanningen van de lidstaten. Tot nu toe lag de officiële NAVO-norm op twee procent.
Hoe de jaarlijkse meerkosten, geraamd op 16 tot 19 miljard euro, gefinancierd worden, is nog onduidelijk. Volgens het demissionaire kabinet is dat een beslissing voor een volgend kabinet. “We hebben de komende jaren om daar een antwoord op te vinden,” aldus demissionair minister van Defensie Ruben Brekelmans (VVD), die spreekt van een “historisch besluit”.
Het besluit van Nederland is niet verassend. Eerder deze week spraken experts en politici erover tijdens de vierde editie van Hard Talk Europa. Lees hier het verslag.