De onderhandelingen over het vrijhandelsakkoord tussen de EU en Zuid-Amerika, Mercosur, duren veel langer dan gewenst. De boze boeren zetten de discussie de afgelopen maanden nog maar eens op scherp. Zij vrezen niet te kunnen concurreren met hun Zuid-Amerikaanse collega’s. De Zuid-Amerikaanse boeren moeten immers aan minder strenge regels voldoen.
Aan de andere kant van de oceaan hebben heel wat landen er dan weer moeite mee dat de EU heel wat duurzaamheidseisen, bijvoorbeeld het tegengaan van ontbossing in het Amazonewoud, in het akkoord probeert op te nemen.
Kabinet negeert Tweede Kamer
De Tweede Kamer stelt het handelsakkoord ook niet op prijs. Tot twee maal toe riep de Tweede Kamer het kabinet met een motie op om ervoor te zorgen dat het Mercosur-akkoord niet voor vrijhandel op het gebied van landbouw mag zorgen. Ook Den Haag ziet de Zuid-Amerikaanse concurrenten onze boeren dan wegvegen.
In een debat met Kamerleden vertelt handelsminister Liesje Schreinemacher dat ze in Brussel wel heeft aangegeven dat het akkoord “zeer gevoelig” ligt in de Tweede Kamer. Maar of het kabinet voor of tegen Mercosur zal stemmen, wil ze nog niet zeggen. “Dat bepalen we pas wanneer het hele handelsverdrag er ligt. Met alle bijlages en concrete afspraken over bijvoorbeeld het tegengaan van ontbossing.”
Ontbossing
In Zuid-Amerika hebben ze het vooral moeilijk met de Europese eisen in verband met ontbossing. Vooral voor Brazilië is een importban op producten die gelinkt kunnen zijn aan ontbossing moeilijk te verteren. Vooral soya, hout, koffie en rund gaan vaak hand in hand met ontbossing. Deadlines om definitief tot een akkoord te komen werden meermaals gemist door het gekibbel over duurzaamheid.
“In Brussel worden handelsakkoorden wel eens als een kapstok beschreven om heel veel doelstellingen tegelijk mee te behalen”, vertelt Schreinemacher. “Maar we merken uit de gesprekken met onze handelspartners dat we niet altijd ons sjabloon kunnen opleggen.” Onder de huidige Europese Commissie is Brussel handelsakkoorden veel meer als een geopolitiek drukmiddel beginnen zien om vooruitgang in de rest van de wereld af te dwingen. Wie een vrijhandelsakkoord met de EU wil, moet ook akkoord gaan met heel Europese ecologische regels, maar bijvoorbeeld ook kinderarbeid weren.
Schreinemacher vindt dat het tijd wordt voor de EU om zich pragmatischer op te stellen in de onderhandelingen: “Feit is dat de handel sowieso plaatsvindt, ook zonder akkoord. Maar met een akkoord maken we het voor onze bedrijven enkel aantrekkelijker om handel te drijven.”
Minder Europese eisen stellen
De minister vindt daarom dat we ons per partner tot onze prioriteiten moeten beperken op het vlak van eisen. Uit haar gesprekken met handelspartners heeft de minister gemerkt dat sommige landen een handelsakkoord niet meer zien zitten als de EU te veeleisend is.
“Op dit moment is de grootste uitdaging op het vlak van handel om een aantrekkelijke handelspartner te blijven als EU. We moeten echt naar onze partners luisteren en tegemoet komen aan redelijke zorgen”, zegt Schreinemacher.
Kamerlid Daniëlle Hirsch (GroenLinks/PvdA) denkt dat het vooral zaak is om de desbetreffende landen te helpen aan de Europese eisen te voldoen. Maar volgens Schreinemacher gebeurt dat al. Zo zou Europa al helpen bij het indienen van klachten bij de Wereldhandelsorganisatie en helpt Europa met het voldoen aan Europese product-standaarden. Producten uit derde landen vereisen doorgaans heel wat aanpassingen om veilig te zijn volgens de Europese regels.