Volgende maand is het zover: Wopke Hoekstra mag naar het Europees Parlement voor zijn mondeling examen. Elke kandidaat-Eurocommissaris van de nieuwe ploeg van Ursula von der Leyen moet goedgekeurd worden door het Europees Parlement. Daarvoor worden ze eerst aan een pittig vragenvuur onderworpen in een openbare hoorzitting.
In voorbereiding op zijn vuurdoop, heeft Hoekstra al wel vast zijn schriftelijke examen afgelegd. De geschreven antwoorden op een berg vragen van het Europees Parlement geeft alvast een eerste kijkje in de keuken van de ambities voor zijn tweede Europese termijn.
“Het is mijn diepe overtuiging dat we klimaatactie moeten koppelen aan verhoogd concurrentievermogen en een bloeiende economie die niemand achterlaat,” schrijft Hoekstra.
Gratis uitstoten voor de luchtvaart
De plannen komen op een cruciaal moment. Europa staat voor de uitdaging om in 2040 de uitstoot met negentig procent te verminderen ten opzichte van 1990. Tegelijkertijd moet het continent zijn economische positie verdedigen tegen opkomende grootmachten als China. Het is een balanceeract die Hoekstra denkt te kunnen uitvoeren met zijn ‘Clean Industrial Deal’.
Deze deal vormt het hart van Hoekstra’s strategie. De Europese industrie krijgt vergaande steun bij het verduurzamen, maar moet daar wel wat voor terugdoen. Bedrijven die gebruik willen maken van het miljardensteunpakket, moeten aantonen dat ze echt werk maken van hun klimaatdoelen. Het innovatiefonds van de EU, gevuld met inkomsten uit de handel in emissierechten, speelt hierbij een cruciale rol.
Voor de luchtvaart wil Hoekstra een opvallende regeling opzetten: vliegmaatschappijen die investeren in verduurzaming kunnen aanspraak maken op een deel van de twintig miljoen gratis emissierechten die de EU hiervoor reserveert. Daardoor hoeven ze deels niet voor hun CO2-uitstoot te betalen als ze investeren in bijvoorbeeld duurzame vliegtuigbrandstoffen. De scheepvaartsector kan onder vergelijkbare voorwaarden rekenen op eenzelfde aantal rechten tot 2030.
Fossiele afhankelijkheid
De strijd tegen fossiele brandstoffen wordt een van Hoekstra’s grootste uitdagingen. Veel Europese landen maken olie, gas en kolen via subsidies nog altijd goedkoper voor hun inwoners en bedrijven. Ze doen dit om hun fabrieken draaiende te houden en om te voorkomen dat mensen hun energierekening niet meer kunnen betalen.
Hoekstra wil dat deze steun voor fossiele energie stap voor stap verdwijnt. Het geld dat landen hieraan uitgeven, kunnen ze volgens hem beter gebruiken om huizen te isoleren of schone energie te stimuleren. Maar omdat elke lidstaat hier zelf over gaat, kan Brussel dit niet zomaar opleggen.
Een van zijn belangrijkste voorstellen is om de belasting op energie in alle EU-landen gelijk te trekken. Nu betaalt een Pools bedrijf bijvoorbeeld veel minder belasting voor het gebruik van kolen dan een Nederlands bedrijf voor gas, terwijl kolen veel vervuilender zijn. Door zulke verschillen blijven bedrijven en landen vasthouden aan de meest vervuilende brandstoffen. Hoekstra wil daarom dat de meest vervuilende energie overal het zwaarst wordt belast. Zo krijgen bedrijven en consumenten in heel Europa dezelfde prikkel om over te stappen op schonere alternatieven.
Ban op verbrandingsmotor auto’s
Voor de machtige Europese auto-industrie heeft Hoekstra een interessante opening in petto. Bij de geplande herziening van de CO2-normen in 2026 wil hij ruimte maken voor synthetische brandstoffen, de zogeheten e-fuels. Het is een handreiking naar vooral Duitse autofabrikanten, die naast elektrisch rijden ook andere technologieën willen ontwikkelen.
Dit betekent geen afzwakking van de klimaatdoelen: nieuwe auto’s moeten vanaf 2035 nog altijd uitstootvrij zijn. Wel krijgt de industrie meer flexibiliteit in hoe ze dat doel bereikt.
Volg de Brusselse avonturen van klimaatminister Sophie Hermans en Wopke Hoekstra, de Nederlandse Eurocommissaris voor Klimaat. Elke vrijdag geeft Bijou van der Borst je een overzicht van de laatste ontwikkelingen. Abonneer je hier.