Keiharde nee uit Brussel op stikstofdossier mogelijk toch niet in steen gebeiteld

“Keihard nee”. Dat zou minister van Natuur en Stikstof Christianne Van der Wal vorig jaar te horen hebben gekregen na een belangrijk overleg over de stikstofcrisis met Eurocommissaris voor Milieu, Virginijus Sinkevičius. Maar nu blijkt dat dat wel meeviel, aldus Europarlementariër Michiel Hoogeveen (JA21).

4 min. leestijd
(Bron foto: iStock)

“In Brussel geloven ze ons niet meer”, zei verantwoordelijk minister Van der Wal vorig jaar mei over een van de meest bijtende dossiers van de afgelopen jaren: de stikstofcrisis. Ze kwam net, samen met drie andere Nederlandse ministers, uit een overleg met Virginijus Sinkevičius, Eurocommissaris voor Milieu. Nogal een gezelschap om mee naar Brussel af te reizen, en niet zonder reden: Nederland modderde maar wat aan op het stikstofdossier. Met een topdelegatie hoopte Van der Wal “indruk te maken in Brussel” om zo coulantere omgang met de regels voor natuurbescherming voor elkaar te krijgen. Maar Nederland bleek zijn kansen al te hebben verspild, zei ze. En dus dropen ze af.

Nu bleek begin januari al, nadat stichting Agrifacts had gevraagd om openbaarmaking van het gespreksverslag, dat dit verhaal mogelijk niet helemaal klopte. Het verslag liet namelijk zien dat Sinkevičius de deur wel degelijk op een kier had gezet, aldus Michiel Hoogeveen. De Europese Commissie zou Nederland onder andere willen helpen met “technische oplossingen”. Ook zou er best ruimte zijn voor “flexibiliteit” in de regels rondom natuurbescherming. Voldoende reden tot het stellen van een aantal schriftelijke vragen aan de Commissie, volgens Hoogeveen. “In principe ga ik ervan uit het kabinet de Kamer juist informeert en er dus niet zoveel mogelijk is. Het is echter wel van belang om dat te controleren en helder te hebben. Zeker bij een belangrijk onderwerp als het stikstofdossier.”

Brussels “mag niet” toch niet zo streng

Nu heeft de Commissie de vragen van Hoogeveen beantwoord. Hieruit blijkt dat de technische oplossingen waar Sinkevičius op doelde, bestaan uit “innovatieve technieken” zoals “emissiearme stallen en mestopslag- en mestverwerkingssystemen”. Dit vindt Hoogeveen opmerkelijk, want in september zei de Raad van State nog dat “vergunningen van veehouders met emissiearme stallen niet verleend mogen worden op grond van de Europese natuurbeschermingsregels. Behalve als zéker is dat beschermde natuur daardoor geen schade oploopt”, stelt hij. Hij vindt dat de Raad van State “de regels strenger beziet dan de Commissie”.

Dit zou volgens hem ook blijken uit het feit dat de Commissie in haar antwoord “toegeeft” dat de regels voor natuurbescherming flexibel zijn. Volgens Hoogeveen doelt de Commissie hier op het feit dat om “dwingende redenen van openbaar belang” mag worden afgeweken van deze regels.

Hoogeveens opvatting  

Hierbij zijn wel kanttekeningen te maken. In de uitspraak van de Raad van State gaat het alleen om twee specifieke emissiearme staltypes in de melkveesector, waarvan uit onderzoek is gebleken dat die minder goed werken dan vooraf gedacht. Voor andere innovatieve stallen geldt de uitspraak dus helemaal niet. Dit is in lijn met wat de Europese regels voorschrijven.

Ook de “flexibele” natuurregels zijn niet zomaar van toepassing, zelfs niet bij dwingende sociale of economische kwesties. Om te mogen afwijken van de regels – en de natuur dus op de tweede plaats te zetten – moet eerst uitgebreid onderzoek gedaan worden naar alternatieve oplossingen. Daarnaast moet het belang zo groot zijn dat het raakt aan de basisvoorwaarden voor een goed leven, zoals gezondheid en veiligheid. Ook projecten voor essentiële infrastructuur zouden hieronder kunnen vallen. De vraag is in hoeverre dit toepasbaar is op de landbouwsector en individuele boeren.

Makkelijker gezegd dan gedaan

“Het kabinet kan zich in ieder geval niet altijd verschuilen achter dat ‘het van Brussel niet mag’”, sluit  Hoogeveen af in een laatste tweet. En waar is dat Sinkevičius waarschijnlijk niet zo onwelwillend is geweest als Van der Wal na afloop heeft gezegd. Maar duidelijk is wel dat de Commissie meer verwacht van Nederland dan er tot nu toe gedaan is. Meer emissiearme stallen, dat lijkt dan ook te simpel gesteld.