In de nieuwsbrief Brussels Peil: Duits-Nederlandse plannen en landbouwmaatregelen

De nieuwsbrief Brussels Peil staat deze week vol met energienieuws: de Nederlands-Duitse plannen, de migratiediscussie, maar ook een verhaal over de Brusselse plannen met de landbouw van onze medewerker Marko Bos.

3 min. leestijd

Stilletjes voltrekt zich een fundamentele hervorming van het Europese landbouwbeleid. Dit beleid wordt met ingang van 2023 meer resultaatgericht en beter geënt op lokale omstandigheden en behoeften. Vergroening krijgt daarbij meer nadruk.

Centraal staan de Nationale Strategische Programma’s (NSP) die de lidstaten hebben moeten opstellen en die de Europese Commissie beoordeelt. Dat zijn er 28, want Vlaanderen en Wallonië doen dit apart.

Deze modernisering moet op termijn ook tot vereenvoudiging leiden, maar nu even niet. Het Nederlandse concept-NSP is opgesteld door de rijksoverheid samen met de provincies en de waterschappen. Het telt maar liefst 519 pagina’s – nog afgezien van de 22 bijlagen die ook nog eens vele honderden pagina’s beslaan. Gelukkig is er ook een samenvatting – van 111 pagina’s. En het commentaar van de Europese Commissie op het Nederlandse NSP omvat nog eens 46 pagina’s. 

Subsidiepotjes

Dat commentaar is kennelijk goed verwerkt. De Europese Commissie is inmiddels informeel akkoord. Verwacht wordt dat het NSP 2023-2027 van Nederland wordt goedgekeurd. De Europese Commissie heeft tot nu toe van negen landen het NSP goedgekeurd. 

Hoe past deze hervorming in de reeks hervormingen van het Europese landbouwbeleid? De grafiek brengt de afgelopen veertig jaar in beeld. Tot begin jaren negentig voerden prijssteun (geel) en exportsubsidies (rood) de boventoon. Die prijssteun voor landbouwproducten werd vervolgens vervangen door aan productie gekoppelde inkomenssteun (blauw). In dezelfde periode kwam ook een Europees plattelandsbeleid (paars) op. Vanaf 2005 werd de inkomenssteun ontkoppeld van de productie en omgevormd in hectaretoeslagen (groen).

Bron: Europese Commissie DG Agri

De uitgaven voor landbouw en platteland op de EU-begroting zijn flink toegenomen: van ruim 10 miljard euro in 1980 naar zo’n 55 miljard euro nu (zie de linkerschaal). Tegelijkertijd nam het aantal lidstaten toe, van destijds 10 naar 27 nu. Als percentage van het bbp van de EU zijn de landbouwuitgaven teruggelopen, van ruim 0,6 procent begin jaren negentig naar minder dan 0,4 procent tegenwoordig (zie de rode lijn en de rechterschaal).

Deze nieuwe hervorming verandert vooral het karakter van de inkomenssteun (het groene veld): van hectaretoeslagen gaan we over naar het gericht – en gebiedsgericht – belonen voor maatschappelijke diensten en extra inspanningen voor bijvoorbeeld natuur- en waterbeheer. Daarbij wordt het verschil met plattelandssteun diffuser.

Cofinanciering

Het Nederlandse NSP maakt flink gebruik van de mogelijkheid om Europees geld over te hevelen van pijler 1 (inkomenssteun) naar pijler 2 (plattelandssteun). Dat betekent wel dat ons land extra cofinanciering moet vinden, maar dat mag met een pot van 25 miljard euro voor stikstofbeleid e.d. geen probleem zijn.

Meer lezen? Klik dan hier voor de nieuwsbrief Brussels Peil van deze week, neem een abonnement, of wordt vriend. Daarmee ondersteunt u onafhankelijke journalistiek.