Het is niet de eerste keer dat Jan Smits gezicht voor de rechter komt. Eind 2023 werd de merkregistratie van zijn hoofd geweigerd wegens gebrek aan originaliteit. Het Europese merkenbureau EUIPO omschreef zijn gezicht als slechts “een gezicht in de menigte”.
Smit bezit “geen bijzondere kenmerken qua ogen, neus, mond, oren of haar”, schrijven de rechters in hun uitspraak. En: “noch betreft het een bekende persoonlijkheid in de meeste EU-lidstaten.”
Smit liet het er niet bij zitten en ging in hoger beroep bij de Kamers van Beroep (Board of Appeal) van EUIPO, met succes. Zijn hoofdzaak gaat nu naar de Grand Board of Appeal, het hoogste beslisorgaan van het bureau. Hier zullen negen merkenrechters zich samen buigen over zijn beroep.
Cultureel erfgoed
Dat het merkenbureau nu toch weer van mening is veranderd, heeft te maken met het feit dat de merkenregistratie van menselijke gezichten voor hen ook nog een echte hoofdbreker is. Dit heeft de afgelopen jaren tot onduidelijke beslissingen geleid.
Zo werden verschillende registratieaanvragen van modellen geweigerd wegens gebrek aan onderscheidende karakteristieken. Een aantal van deze vrouwen ging in hoger beroep en kreeg alsnog gelijk, waaronder Nederlands model Maartje Verhoef. Vlak daarna werd Smits aanvraag echter afgewezen.
In de recente uitspraak stelt EUIPO dat “de persoon Jan Smit” toch kan worden beschouwd als een “zeer bekende Nederlander”. Hierdoor behoort Smit “zodanig tot het cultureel erfgoed,” aldus de Kamers van Beroep over hun beweegredenen de zaak weer aan te nemen.
“Dit betekent dat de gemiddelde oplettende Nederlandse en waarschijnlijk ook Belgische en Duitse consument de zanger, acteur en presentator zal herkennen.”
Tand des tijds
En dus is het nu aan de Grand Board om eens en voor altijd te beslissen of menselijke hoofden, onder bepaalde gronden, toch wel als merk kunnen worden geregistreerd. Een belangrijke vraag hierbij lijkt in hoeverre het van belang is of iemand beroemd is of niet. En maakt het dan nog uit of iemand bekend is in een enkele lidstaat, of in de hele EU?
Het valt overigens nog te bezien in hoeverre Smit er wat aan gaat hebben, mocht hij zijn hoofd toch als merk kunnen registreren. Iedere EU-burger heeft namelijk al het recht om aanspraak te maken op het portretrecht bij commercieel misbruik van hun beeltenis. Dit vinden de meeste grote sterren al voldoende.
Daarnaast is er nog een ander probleem. De originele aanvraag van Smit stamt uit 2015, bijna tien jaar geleden dus. En zijn status als (Europese) beroemdheid heeft hem niet beschermd tegen de tand des tijds. Mocht iemand dus zonder toestemming een afbeelding van de huidige Smit gebruiken, is het nog maar de vraag of er voldoende gelijkenis zal zijn met zijn merkfoto uit 2015.