In de EU is veel te doen over de Chinese elektrische auto’s op de Europese markt. Die zijn namelijk veel goedkoper dan de Europese concurrenten. Na onderzoek van de Europese Commissie bleek ook dat veel van de Chinese bedrijven miljarden aan subsidies van de Chinese overheid kregen. Toen dat duidelijk was, werden er tarieven aangekondigd.
Bang voor China
De EU vreest immers dat het anders voor Europese bedrijven minder aantrekkelijk wordt om elektrische auto’s te blijven produceren. Dit was eerder al zo voor zonnepanelen. China heeft die zonnepanelenmarkt intussen grotendeels overgenomen.
De EU is op dit moment één van de belangrijkste afnemers van Chinese elektrische auto’s, goed voor 40 procent van de Chinese export. Andere grote handelslanden, zoals de VS en Turkije, voerden immers al wel importheffingen tegen elektrische auto’s uit China in. De Commissie wil nu ook de Europese autobedrijven beschermen met heffingen.
Om de hoogte van de tarieven te bepalen, hield de Commissie een steekproef naar staatssteun bij drie Chinese bedrijven: BYD, Geely en SIAC. Vanuit die steekproef kwam de Commissie tot drie verschillende tarieven. BYD krijgt een tarief van 17 procent. Geely, die overigens ook de eigenaar is van het Zweedse autobedrijf Volvo, krijgt een tarief van 20 procent. SIAC krijgt het hoogste tarief van 38 procent.
Andere Chinese elektrische autobedrijven, die wel meewerkten met de Commissie, maar niet zijn opgenomen in de steekproef, krijgen een tarief van 21 procent. Bedrijven die niet meewerkten, krijgen de volle 38 procent.
Abonneer je nu op De week van de euro
Deze tarieven komen overigens bovenop het al bestaande tarief van 10 procent voor Chinese elektrische auto’s. In de praktijk zullen de tarieven dus uitkomen op 27, 30 en 48 procent. De schatting is dat deze tarieven twee miljard euro per jaar opleveren.
Chinese autobedrijven kunnen de Commissie vragen de situatie van het bedrijf te onderzoeken. Dat zou kunnen leiden tot een lager tarief. Het autobedrijf Tesla, dat zijn auto’s bouwt in China en daarom ook onder de tarieven valt, diende al een aanvraag in voor zo’n onderzoek.
Niet hoog genoeg
Er zijn wel twijfels over de effectiviteit van die tarieven. Het economisch onderzoeksbureau Rhodium Group vindt dat ze niet hoog genoeg zijn. Het onderzoeksbureau denkt dat de Chinese bedrijven ondanks de importheffingen nog altijd hogere winsten kunnen maken dan de Europese bedrijven. Daarom stelt het onderzoeksbureau dat een importheffing van zelfs 55 procent in overweging moet worden genomen.
Veel bedrijven zitten niet te wachten op deze tarieven. Ze zijn bang dat het uitloopt op een handelsoorlog met China. Veel bedrijven, zoals BMW, maken auto’s in het land en veel autobedrijven halen hun batterijen uit China. Bekende Europese bedrijven zijn inmiddels ook in handen van Chinese bedrijven, zoals Geely. Dat is het bedrijf achter Volvo, Polestar en Lotus. De angst is er dat China met een reactie komt zodra de EU besluit tot importheffingen op Chinese elektrische auto’s.
Politieke wil
Politiek is er wel veel steun voor deze actie. Zo beloofde Ursula von der Leyen tijdens het bezoek van de Chinese president Xi Jingping de Europese industrie te beschermen tegen de “vloed” van de “Chinese overproductie” van elektrische auto’s.
Europarlementariër Caroline Nagtegaal (VVD) deelde bij BNR ook haar ongenoegen. “Je ziet dat die Chinese elektrische auto’s op onze markt gedumpt worden. Dan kan je zeggen: lage prijzen zijn toch niet erg? Maar wel als je ziet hoe dat komt. En dat komt echt door die ongeoorloofde staatssteun die China geeft aan die Chinese autofabrikanten. Daardoor zijn die prijzen zo laag. Bovendien is er kans op spionage en dat moet je in Europa gewoon niet willen.”
De Europese CDA-lijsttrekker Tom Berendsen is ook blij met de nieuwe tarieven. “Heldere conclusie: oneerlijke staatssteun voor Chinese elektrische auto’s. We moeten onze eigen industrie beschermen,” deelde hij op X.
De Commissie geeft China tot 4 juli om de staatssteun terug te draaien. Zo niet, dan gaan de tarieven in werking.
