Dit artikel verscheen eerder in de Nieuwsbrief Klimaat en Energie. We kijken terug op Hoekstra’s aantreden als Eurocommissaris en de recente juridische uitspraak die het Europese klimaatbeleid op scherp zet.
Toen Wopke Hoekstra in november Eurocommissaris werd, moest hij tijdens zijn hoorzitting in het Europees Parlement harde toezeggingen doen. Het belangrijkste discussiepunt waren de klimaatdoelen voor 2040. Hoekstra beloofde dat er ambitieuze doelen zouden komen. Hij hield woord: de doelen voor 2040 liggen er inmiddels. Toch werd de presentatie meermaals uitgesteld. Hoekstra moest eerst langs verschillende Europese hoofdsteden om regeringsleiders te overtuigen. Dat lukte met een plan vol ‘geitenpaadjes’.
Een van die omwegen is het idee dat landen klimaatwinst die zij buiten de EU boeken, bijvoorbeeld door bosaanplant in Brazilië, mogen meetellen voor hun eigen doelstellingen. Critici noemden dit een rekentruc die weinig bijdraagt aan daadwerkelijke CO₂-reductie in Europa.
Industrie
Hoekstra presenteerde tijdens zijn hoorzitting ook andere plannen. Over de industrie zei hij bijvoorbeeld: “Groen staal krijgt een prachtige toekomst.” Om die belofte waar te maken, is actie nodig. Niet alleen het Nederlandse Tata Steel zit in de problemen, ook staalproducenten elders in Europa hebben het zwaar.
De eerste stappen zijn gezet, maar de industrie juicht nog niet. Begin dit jaar kondigde Hoekstra na een strategische dialoog met de industrie een actieplan aan. Experts waren kritisch: het bevatte geen nieuwe plannen, veranderde niets aan het huidige systeem en bood geen nieuwe investeringen.
CO₂-opslag
Hoekstra sprak zich ook positief uit over CO₂-opslag (Carbon Capture and Storage, CCS). Tot nu toe gebeurt er weinig, maar er komen wel steeds meer plannen. Vanaf 2035 verwacht de Europese Commissie dat de industrie meer CO₂ gaat afvangen en opslaan. Nu kan een bedrijf CO₂ al opslaan in lege gasvelden, zoals bij het Porthos-project in Rotterdam. Met de nieuwe plannen wil de Commissie meer bedrijven laten meedoen. CO₂ die wordt opgeslagen via CCS-projecten kan worden verhandeld in het Europese emissiehandelssysteem (ETS). Alleen CCS lost het klimaatprobleem niet op, zo besefte Hoekstra ook tijdens de hoorzitting in november: “De uitstoot moet omlaag”, zei hij. Voorlopig zijn er echter weinig concrete plannen die daarvoor zorgen.
Rechtszaken
Na de zomer wacht Hoekstra meer juridische druk. Afgelopen week deed het Internationaal Gerechtshof (IGH) in Den Haag een belangrijke uitspraak. Het gerechtshof oordeelde dat landen volgens internationaal recht verplicht zijn om klimaatverandering tegen te gaan en burgers een gezonde leefomgeving te bieden. Zelfs zonder klimaatverdragen riskeren landen juridische aansprakelijkheid als ze te weinig doen.
De impact van deze uitspraak en het vijfhonderd pagina’s dikke advies van het IGH op de EU is groot. Het zegt: ook als je geen klimaatverdragen ondertekent, moet je iets doen tegen klimaatverandering. Welke wetten er ook worden gemaakt of plannen worden afgezwakt, Europese landen kunnen aansprakelijk worden gesteld als ze hun CO₂-uitstoot niet aanpakken. Daarmee komt Hoekstra’s voorstel om een deel van de uitstootvermindering buiten de EU te realiseren verder onder druk te staan. Deze constructie helpt landen niet om hun eigen klimaatverplichtingen na te komen. De vraag is dus hoeveel deze rekentruc echt bijdraagt aan de klimaatdoelen van Europese landen.
Eerder al oordeelde het Hof van Justitie van de EU (HvJ-EU) dat geïndustrialiseerde landen, waaronder EU-lidstaten, een voortrekkersrol moeten nemen. Samen vergroten deze uitspraken de druk op Hoekstra’s plannen voor 2040, en op het Europese klimaatbeleid na de zomer.
Hoe beïnvloedt de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof Hoekstra’s plannen en de Europese doelen voor 2040? Met onze Nieuwsbrief Klimaat en Energie ontvang je elke twee weken exclusief nieuws in je mailbox: van klimaatrechtszaken tot energiebeleid en de Brusselse plannen die Nederland raken. Abonneer je nu.