De wet stelt bindende doelen voor het herstel van natuurgebieden. Tot 2030 moeten lidstaten maatregelen nemen in ten minste 20 procent van de land- en zeegebieden van de EU. Tegen 2050 zal dit gelden voor alle ecosystemen die verzwakt zijn.
Herstelplannen
Dit betekent onder andere dat 25.000 kilometer aan rivieren weer vrij moet kunnen stromen. Ook moeten er stappen worden gezet om de achteruitgang te stoppen van het aantal zogeheten bestuivers, zoals bijen. Verder moet de biodiversiteit in landbouw- en bosgebieden omhoog en moeten steden hun groene ruimte uitbreiden.
Om dit voor elkaar te krijgen, moeten lidstaten nationale herstelplannen maken die passen bij hun specifieke situatie. Deze plannen moeten binnen twee jaar na de start van de wet worden ingediend bij de Europese Commissie. Ze moeten ook aangeven hoeveel geld nodig is en wat de verwachte voordelen zijn voor het klimaat.
Op slot
Het was geen gemakkelijke opgave om de wet door het Europees Parlement en de Raad te loodsen. Sommige landen, zoals Nederland, maken zich ernstig zorgen over de impact van de wet op de landbouw. Ook wordt er gevreesd dat de nieuwe regels economische problemen kunnen veroorzaken, zo erg dat Nederland volgens sommigen “op slot” zal gaan.
Eerdere reacties varieerden dan ook al van “ongekende schoffering van kiezers in EU-landen en een miskenning van de veranderde politieke realiteit” (Sander Smit, BBB) tot ”een zegen” (Gerben-Jan Gerbrandy, D66).
Hotspot Nederland
Want ondanks alle bezwaren wordt de wet door velen gezien als een noodzakelijke maatregel om de ernstige problemen van Europese natuurgebieden aan te pakken. Meerdere onderzoeken hebben laten zien dat zo’n 80 procent van de natuur in Europa in zeer slechte staat verkeerd.
Ook zijn we “onvoldoende voorbereid is op klimaatcatastrofes”. Zeker “hotspot” Nederland loopt vanwege de lage ligging grote risico’s, aldus de het Europees Milieuagentschap. Daarnaast is de wet essentieel voor de Green Deal en de Europese biodiversiteitsstrategie.