Een nieuw onderzoek van de WHO wijst erop dat Nederlandse jongeren de minst problematische patronen hebben van Europa als het gaat om het gebruik van sociale media. Het rapport is grotendeels gebaseerd op een survey die in 2021 en 2022 gedaan is in 44 landen in Europa, Centraal-Azië en Canada. Jonge mensen van 11, 13, en 15 jaar oud werden bevraagd over hun gebruik van sociale media.
Problematisch gebruik
Van al deze landen maken jongeren in Nederland het minst problematisch gebruik van sociale media, slechts 5 procent. Ter vergelijking: het gemiddelde is 11 procent. Hetzelfde geldt voor gamen, daar lopen Nederlandse jongeren het minst risico op problematisch gebruik, ook slechts 5 procent. Maar ondanks deze relatief lage cijfers is dit problematische gebruik gemiddeld wel met meer dan de helft toegenomen sinds 2018.
Daartegenover staat dat jongeren met een lagere sociaal-economische status sociale media het vaakst helemaal niet gebruiken. Het omgekeerde geldt voor een hogere status: dan wordt sociale media juist vaak intensief gebruikt.
De jongens versus de meisjes
Problematisch gebruik van sociale media wordt doorgaans geassocieerd met verslavingskenmerken, zoals later naar bed gaan, het voortdurend verlangen naar gebruik, ontevredenheid bij beperkt gebruik, en conflicten met familie als gevolg daarvan.
Meisjes hebben hier vaker last van dan jongens, wijst het onderzoek uit. Bij gamen daarentegen hebben jongens juist vaker last van problematische gebruikspatronen. Dit komt onder andere doordat meisjes minder vaak gamen dan jongens.
Het probleem bij de kern aanpakken
Het onderzoek vertelt ons dat socialemediagebruik en gamen heel normaal is voor jongeren. Zo geeft gemiddeld 31 procent van de jongeren in Nederland aan overdag vrijwel constant online contact te hebben met goede vrienden. Van alle jongeren in Nederland zijn meisjes van 15 het meest online.
Het doel van het onderzoek is dan ook om beter te begrijpen wat voor impact dat heeft op hun levens. Zo kunnen de risico’s en schadelijke aspecten ervan op de best mogelijke manier aangepakt worden. De WHO doet dan ook een oproep: “Landen en regio’s moeten dringend overwegen om de maatregelen en toegang (tot sociale media en gamen, red.) voor jongeren aan te scherpen.”