Felle discussie in Europees Parlement over toekomst landbouw

Vorige week presenteerde de Europese Commissie ‘de strategische dialoog’ tussen boeren en Brussel, een blauwdruk voor grote hervormingen in het Europees landbouwbeleid. Gisteravond gingen Europarlementariër in debat over het rapport.

4 min. leestijd
(Bron foto: iStock)

Von der Leyens landbouwmanifest verhit de gemoederen. Het Europees Parlement debatteerde gisteravond over de toekomst van het Europese landbouwbeleid. Inzet was het langverwachte rapport van de strategische dialoog, vorige week gepresenteerd door Commissievoorzitter Ursula von der Leyen. Het meer dan 100 pagina’s tellende document, bedoeld als blauwdruk voor een grote hervorming in het Europese landbouwbeleid, zorgde voor verhitte discussies en uiteenlopende reacties onder de Europarlementariërs.

“Het is een gemiste kans dat het rapport juist voedsel aangrijpt om de Europese burger het onrealistische Green Deal-gedachtengoed door de strot te duwen”, vertelt BBB-Europarlementariër Jessika van Leeuwen.

Minder vlees eten

De strategische dialoog bracht een breed scala aan belanghebbenden samen om de toekomst van de Europese landbouw te bespreken. Van boerenorganisaties tot milieugroepen als Greenpeace, en van academici tot de Europese Investeringsbank – allen droegen bij aan wat moet dienen als leidraad voor het landbouwbeleid van de nieuwe Europese Commissie, die in december aantreedt.

Het rapport stelt enkele ingrijpende veranderingen voor. Zo wordt gepleit voor de oprichting van een Europees transitiefonds om boeren te ondersteunen bij de overgang naar duurzamere landbouw. Ook wordt een hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) voorgesteld, waarbij het in twee delen zou worden gesplitst: één deel voor directe inkomenssteun voor boeren die het financieel moeilijk hebben en één deel om boeren te belonen voor hun groene inspanningen. 

Daarnaast bevat het rapport aanbevelingen voor een EU-brede regeling voor dierenwelzijnsetiketten die consumenten informeren over dierenwelzijn. Ook komt het met maatregelen om de consumptie van minder vlees te stimuleren, waaronder een mogelijke vleesbelasting.

Minder regeldruk

In het Europees Parlement leidde het rapport tot een levendig debat, waarbij de meningen sterk uiteenliepen. SGP-Europarlementariër Bert-Jan Ruissen toonde zich gematigd positief. “Er is eindelijk weer eens serieus gesproken met boeren en met stakeholders. Misschien is dat wel de belangrijkste meerwaarde van deze dialoog”, stelde hij. Ruissen benadrukte echter dat de echte uitdaging nu ligt in de opvolging. “Het is nu zaak dat de Europese Commissie bij de opvolging van dit dossier laat zien dat ze daadwerkelijk luistert en de zorgen van boeren serieus neemt.”

De SGP’er prees de erkenning van het strategische belang van voedselproductie en de aanbevelingen om de positie van jonge boeren te versterken. Tegelijkertijd riep hij de Commissie op om bij de uitvoering te zorgen voor vermindering van de regeldruk. “Veel boeren willen wel degelijk verduurzamen, maar worden vaak door onredelijke eisen op hele hoge kosten gejaagd,” waarschuwde Ruissen. “We moeten niet alles willen regelen via regelgeving, maar ruimte geven voor goed en duurzaam ondernemerschap.”

“Doorgeslagen groen idealisme”

Jessika van Leeuwen (BBB) uitte zich aanzienlijk kritischer. Ze benadrukte de efficiëntie van de Europese landbouw en beschouwde het rapport als een “gemiste kans”. Ze pleitte vurig voor het behoud van de productie van dierlijke eiwitten in Europa. “Europees geproduceerd vlees, vis, zuivel en eieren blijven een gezonde bron van eiwitten. Geef onze boeren de kans om dierlijke eiwitten voor Europa en een groeiende wereldbevolking te blijven produceren.”

Hoewel Van Leeuwen de waardering voor voedselzekerheid, jonge boeren en innovatie in het rapport positief vond, concludeerde ze dat “dit rapport de verdringing van agrarische gezinsbedrijven op het platteland niet gaat oplossen.” Ze riep op tot een “centrumrechtse koerswijziging in Europa waarbij gezond verstand regeert en niet doorgeslagen groen idealisme.”

D66’er Gerben-Jan Gerbrandy trok dan weer parallellen tussen de strategische dialoog en het recente rapport van Mario Draghi over de Europese industrie. “Beiden zeggen ze dat het niet langer een optie is om verder te gaan zoals we altijd hebben gedaan. Het is tijd voor verandering”, stelde hij. “Laten we de politieke impasse in dit parlement doorbreken en de bruggen opzoeken die in dit rapport staan. Dat zijn we aan onze boeren en onze planeet verschuldigd.”

“Dieren hebben lang genoeg gewacht”

Anja Hazekamp (PvdD) benadrukte de noodzaak van snelle en drastische actie in de landbouwsector om binnen de grenzen van de planeet te blijven. Ze pleitte voor “een drastische vermindering van de veestapel en een omschakeling naar een plantaardige toekomst.” Hazekamp uitte scherpe kritiek op Von der Leyen voor het uitstellen of afzwakken van bepaalde wetgeving, met name op het gebied van dierenwelzijn.

“Miljarden dieren lijden door verouderde wetgeving, die bovendien niet wordt gehandhaafd. En meer dan 300 miljoen dieren worden nog steeds in kooien gehouden,” zei Hazekamp. Ze verwelkomde de aanbevelingen in het rapport voor nieuwe dierenwelzijnswetgeving, maar drong aan op snelle actie: “We verwachten de ontbrekende voorstellen voor het einde van dit jaar. En niet pas in 2026. Dieren hebben lang genoeg gewacht. De tijd voor verandering is nu.”