Europarlementariërs keren gefrustreerd terug uit Griekenland

Het werkbezoek naar Griekenland van de groep Europarlementariërs die misbruik van spionagesoftware onderzoekt, zit er weer op. Ook de Griekse autoriteiten hadden weinig zin om zich constructief op te stellen. Toch komt de onderzoeksgroep met harde aantijgingen.

4 min. leestijd

Het nieuws sloeg in als een bom: deze zomer werd bekend dat verschillende journalisten en oppositieleden de spionagesoftware Predator op hun telefoons hadden gevonden. Daarmee konden ze afgeluisterd en gevolgd worden. Naar de dader bleef het gissen. Dus stelde het Europees Parlement een onderzoeksgroep aan die de verschillende lidstaten afreist waar dit soort schandalen plaatsvonden. Europarlementariërs Jeroen Lenaers (CDA) en Sophie in ’t Veld (D66) staan aan de leiding.

De reden waarom het Europees Parlement zich met de kwestie bemoeit, is duidelijk volgens In ‘t Veld: “Nationale verkiezingen zijn Europese verkiezingen, want ze bepalen wie er meepraat tijdens de Europese toppen. Om ervoor te zorgen dat de nationale verkiezingen eerlijk verlopen, moet het Europees Parlement deze kwestie onderzoeken.”

Europarlementariër Thijs Reuten (PvdA) spreekt dan ook van een groot schandaal: “Het is echt tijd dat de Griekse regering openheid van zaken geeft. Het verstoppertje spelen moet nu ophouden.”

Bedenkelijk parlementair onderzoek

“We stellen op prijs dat vertegenwoordigers van de regering met ons wilden samenzitten en informatie met ons wilden delen”, vertelt Lenaers aan de pers. Op dat vlak lijkt Griekenland zich in elk geval al constructiever dan Polen op te stellen: de regering van Polen kwam niet opdagen toen de Europarlementariërs Warschau bezochten.  

Toch vond Lenaers enkele zaken onrustbarend. Zo voert het Griekse parlement ook zelf een onderzoek naar het schandaal, maar schrijft elke partij vervolgens individueel zijn conclusie. Dat het verdict een politieke kleur krijgt, strookt natuurlijk niet met de principes van onafhankelijk onderzoek. Daarnaast zet Lenaers ook vraagtekens bij het feit dat niet alle belangrijke getuigen bij het parlementaire onderzoek zijn verhoord. Ook roept hij de Grieken op om de resultaten van hun onderzoek na afloop publiekelijk te maken.

Detectivefilm

Al met al klinkt Lenaers relatief mild. Maar toen was het de beurt aan In ’t Veld. En zij ging er met gestrekt been in: “Hard bewijs voor wie de opdrachtgevers van de spionage zijn, gaan we nooit vinden. De autoriteiten willen namelijk geen officiële informatie met ons delen.” Toch belet dat In ’t Veld niet om met harde aantijgingen te komen: “We hebben hier een puzzel met duizend stukjes waar er nog honderd van ontbreken, maar het beeld is wel duidelijk. Alles wijst naar de Griekse regering en in het bijzonder naar de Grigoris Dimitriadis.” Om tot die conclusie te komen, zet In ’t Veld op een rijtje wie een motief en de middelen had om de opdracht te geven.

Grigoris Dimitriadis is de neef van de Griekse premier Kyriakos Mitsotakis en ook zijn stafchef. Aangezien de Griekse inlichtingendienst onder de exclusieve bevoegdheid van de premier valt, had Dimitriadis hier ook zeggenschap over. Daarnaast heeft hij zakelijke en persoonlijke banden met het bedrijf achter de gebruikte spionagesoftware. Wanneer naar de slachtoffers gekeken wordt, is het duidelijk dat zij allemaal kritisch waren over de partij van de premier.

Alles wijst er dus op dat de dader zich in het regeringskamp bevindt, besluit In ’t Veld. Als het niet Dimitriadis is, dan wel iemand anders uit die kringen. En als haar hypothese niet zou kloppen, nodigt in ’t veld de Griekse regering uit om de relevante informatie vrij te geven en het tegendeel te bewijzen. De Europarlementariërs kregen namelijk te horen dat veel van de nodige informatie geclassificeerd was. “Maar als ze zou willen, kan de Griekse regering die wel vrijgeven”, aldus In ’t Veld.

Stokken in het wiel

De D66-er is zichtbaar gefrustreerd over het feit dat de partij van de premier het nationale parlementaire onderzoek heeft geblokkeerd. Zo kon de partij via een stemming voorkomen dat mensen met een sleutelrol, zoals Dimitriadis, als getuige werden verhoord. Daarnaast bleek dat veel relevante documenten van de Griekse inlichtingendienst ‘per ongeluk’ waren vernietigd.

Ook de nationale transparantiewaakhond startte een onderzoek naar het schandaal. Zij zijn echter slechts één keer langsgekomen op het kantoor van de softwarefabrikant. Daarbij namen ze ook geen computers of servers in beslag. “We kunnen dan ook enkel besluiten dat dit onderzoek erg oppervlakkig is gebeurd”, besluit In ’t Veld.

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie