Hoewel EU-landen al een voorlopig akkoord bereikt hebben over het 17e sanctiepakket tegen Rusland, kan de premier van Hongarije, Viktor Orbán, nog steeds roet in het eten gooien. Voor het sanctiepakket echt aangenomen wordt, moeten EU-landen er nog formeel over stemmen en het is bijna traditie dat de Hongaarse premier als een van de enige ‘nee’ zegt. D66-Europarlementariër Gerben-Jan Gerbrandy is er bij voorbaat alvast klaar mee. Hij roept op tot het inzetten van zware middelen als Hongarije opnieuw haar veto uitspreekt tegen het sanctiepakket.
Het nieuwe sanctiepakket dat nu op tafel ligt, moet vooral de Russische schaduwvloot aanpakken. Dat zijn vrachtschepen die via administratieve en juridische geitenpaadjes toch Russisch gas in de EU weten te verkopen. Daarnaast worden ze ervan verdacht belangrijke Europese infrastructuur in kaart te brengen voor Rusland.
Samengeknepen billen
Een belangrijk sanctiepakket, zegt Gerbrandy. Dat er nu een voorlopig akkoord ligt, noemt hij een doorbraak. Want het originele sanctiepakket is flink verzwakt door wensen van individuele EU-landen. Wat Gerbrandy betreft moeten de EU-lidstaten niet met samengeknepen billen een eventueel veto van Hongarije afwachten: “Het is een keer klaar met Victor Orbán. Zijn veto is geen verdediging meer van een democratische minderheidspositie, maar regelrechte ondermijning.”
De formele stemming over het 17e sanctiepakket staat dinsdag op de planning.
