‘De wedstrijd is nog niet voorbij’: Europa wil koploper AI worden

De AI-strategie voor Europa moet anders; de regels moeten versoepeld worden, er moet fors geïnvesteerd worden in technologische infrastructuur en nieuw talent moet worden aangetrokken. Dit maakt de Europese Commissie duidelijk tijdens de presentatie van haar nieuwe AI-plan.

2 min. leestijd

“Wie denkt dat China en de VS van ons gewonnen hebben op het gebied van AI, zit ernaast. The game is not over, not by far.” Zo begon een woordvoerder van de Europese Commissie de presentatie woensdagmorgen. Daar kondigde de Commissie een openbare raadpleging aan, die ervoor moet zorgen dat Europa sterker wordt op het gebied van kunstmatige intelligentie en op termijn zelfs koploper.

De noodzaak voor dit plan is volgens Henna Virkkunen, uitvoerend vicevoorzitter voor Technologische Soevereiniteit, Veiligheid en Democratie, duidelijk: slechts 13,5% van de Europese bedrijven gebruikt AI. De Europese regelgeving wordt als streng en complex gezien, voor de bedrijven. Grote technologiebedrijven, zoals OpenAI, hebben hier al langer kritiek op. De Europese Commissie wil nu het tij keren.

Onafhankelijk van Amerikanen

Zo moeten er vijf AI-gigafabrieken gebouwd worden in Europa. Deze fabrieken zouden vier keer de capaciteit van de huidige snelste Europese supercomputers hebben en geavanceerde AI-modellen kunnen trainen. Ook moet de Europese cloud- en datacentercapaciteit de komende vijf tot zeven jaar verdrievoudigd worden. Dit moet ervoor zorgen dat Europa niet meer afhankelijk is van Amerikaanse cloudproviders, zoals Amazon en Microsoft.

Daarnaast moet Europa gaan investeren in meer AI-talent. Hiervoor wil de Europese Commissie opleidingen en trainingen gaan samenstellen met universiteiten. Samen met de universiteiten moet er ook gekeken worden naar mogelijkheden om AI-talenten naar Europa te halen. 

Voldoende ambitie

Aan ambitie dus geen gebrek, maar de Europese Commissie moet wel nog bepalen hoe dit gerealiseerd gaat worden. Daarom gaan ze de komende maanden op zoek naar vrijwilligers die bepaalde projecten op zich willen nemen. Dit kunnen privé-investeerders zijn, maar ook lidstaten. Tegen oktober wil de Commissie de gesprekken met geïnteresseerde partijen aangaan.