Column cijfers en feiten | EU-begroting 2025: weinig ruimte voor innovatie-agenda Draghi-rapport

Elke week schrijft oud-hoofdeconoom van de Sociaal Economische Raad (SER) Marko Bos voor Brusselse Nieuwe een column over financiële zaken.

2 min. leestijd

Het is weer gelukt. De EU heeft bijtijds een begroting voor 2025. Nederland heeft zich in de Raad (van Onderwijs en Jeugdzaken) van stemming onthouden, maar dat heeft de vaststelling ervan niet geblokkeerd. Afgelopen woensdag was het aan het Europees Parlement om finale goedkeuring te geven aan een begroting, die je zowel ruim als krap zou kunnen noemen.

Vertraging duurt langer

Eerst de feiten. De grafiek laat de begrotingstotalen zien, in de gebruikelijke systematiek van vastleggingen (verplichtingen die leiden tot toekomstige betalingen, in blauw) en feitelijke betalingen in 2025 (oranje). Tussen die twee totalen gaapt een gat van ruim 44 miljard euro. Driekwart daarvan is toe te schrijven aan de cohesie- en structuurfondsen.

Aan het begin van een meerjarig financieel kader (MFK) zit er altijd een vertraging tussen de toezeggingen van de EU aan, en de uitbetalingen voor nieuwe programma’s en projecten. Inmiddels zijn we over de helft van de looptijd van het MFK. Die gebruikelijke vertraging lijkt nu langer te gaan duren door het alternatieve aanbod (er is keus) van het Herstelfonds NextGenerationEU dat investeringen en hervormingen in de lidstaten financiert. Met name voor cohesiebeleid lijkt de EU-begroting momenteel vrij ruim bemeten.

Door die vertraging blijft het totaal van de betalingen in 2025 heel ruim – met liefst 28 miljard euro – onder het uitgavenplafond van de MFK. Bij de vastleggingen wordt dat plafond daarentegen tot op 800 miljoen euro benaderd. Dat dat plafond komend jaar niet wordt doorbroken is vooral te danken aan de herziening van het MFK begin dit jaar. Bij die herziening zijn bepaalde onvoorziene posten, zoals de hulp aan Oekraïne, buiten het kader van het MFK geplaatst.

Inflatie

Zoals de Europese Rekenkamer onlangs constateerde, heeft de hoge inflatie van de afgelopen jaren de koopkracht (reële waarde) van de uitgavenplafonds van het MFK met zo’n 13 procent uitgehold. Dat effect zie je ook terug in de relatieve omvang van de EU-begroting. Die is – gemeten aan de betalingen – met 0,83 procent van het EU-bni in 2024, en 0,84 procent in 2025, in veertig jaar niet zo laag geweest. Terwijl het takenpakket van de EU in de tussentijd flink is uitgebreid. In die zin zorgt het keurslijf van het MFK voor een krappe EU-begroting.

Die krapte zien we zeker terug in de uitgaven voor rubriek 1 – interne markt, innovatie en digitaal. Die liggen voor 2025 zelfs iets lager dan dit jaar. Weinig ruimte dus om de innovatie-agenda van het Draghi-rapport voortvarend op te pakken.