Auteur: Fred Sengers
Wang wie? Wang Yi! Hij was tien jaar minister van Buitenlandse Zaken en werd op het Nationale Partijcongres in oktober benoemd tot directeur van het bureau van de centrale buitenlandcommissie van de communistische partij en kreeg een zetel in het politbureau. Daarmee is hij nu de belangrijkste architect van China’s buitenlandbeleid; hoger in de hiërarchie dan zijn opvolger Qin Gang.
Tournee
Wang bezoekt op zijn tournee Frankrijk, Hongarije, Italië en Rusland en spreekt tussendoor de Veiligheidsconferentie in München toe over “China’s positie ten aanzien van belangrijke internationale veiligheidsvraagstukken” (lees: Oekraïne en de verhouding met de VS). Op die bijeenkomst zitten ook minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra en minister van Defensie Kajsa Ollongren in de zaal.
Dat is een interessant reisschema: Frankrijk is uitgesproken pro-Europees en streeft strategische autonomie na. Hongarije is EU-kritisch, NAVO-sceptisch en voor dialoog met Poetin. En Italië zweeft daar tussenin. Opvallend is dat de Duitse bondskanselier Olaf Scholz ontbreekt in Wangs balboekje. De Franse president Emmanuel Macron had hem natuurlijk erbij kunnen vragen in het Elysée, maar is niet vergeten hoe Scholz als eerste Europese leider na corona op eigen houtje naar Beijing vloog en daar de Franse president niet bij bliefde.
Een oorspronkelijk aangekondigd bezoek aan de Europese Commissie is door Wang geschrapt. Allicht omdat de stemming in het Europees Parlement momenteel is verzuurd, nadat China in maart 2021 enkele Europarlementariërs op de sanctielijst plaatste. Maar bovendien omdat deze week in Brussel voor het eerst sinds 2019 weer een China-EU-dialoog over mensenrechten wordt gehouden en zo’n onderwerp leidt maar af van Wangs doel.
Relatie EU en China
Want zijn belangrijkste missie is het verbeteren van de relatie tussen de EU en China, elkaars belangrijkste handelspartners. Die verhouding staat onder druk door toenemend ongemak met handelspraktijken, spionage, China’s optreden in Xinjiang, Hongkong en dreigementen jegens Taiwan.
Andersom stelt China zich op het standpunt dat andere landen die dreiging niet moeten overdrijven en zich niet met binnenlandse aangelegenheden moeten bemoeien. Dat het wantrouwen jegens China in westerse landen leidt tot handelsbarrières en verminderde investeringen is vervelend, gezien de relatief lage economische groei thuis. Maar waar de leiders in Beijing werkelijk benauwd voor zijn is dat Europese landen zich gedwongen voelen onvoorwaardelijk partij te kiezen in de nieuwe Koude Oorlog die woedt tussen de VS en China. Dat zou China’s ontwikkelingspad pas echt bedreigen.
Dat uitgerekend Wang nu op een goodwill-missie wordt gestuurd is ironisch. Wang is geen lachebekje, kan snel in woede uitbarsten en laat zich dan soms ondiplomatiek uit. Zijn komst is dus ook een lakmoesproef of China minder de confrontatie zoekt en zijn assertieve Wolf Warrior-diplomatie van de afgelopen jaren heeft losgelaten, zoals wel wordt verondersteld.
Sleutelrol voor Nederland
Nederland speelt daarin een sleutelrol. De Amerikanen dringen bij het kabinet al lange tijd aan om zich te conformeren aan exportbeperkingen van hightech naar China, met als meest sprekende voorbeeld de chipmachines van het Nederlandse bedrijf ASML in Veldhoven. Daar zou een akkoord over zijn bereikt, melden Amerikaanse bronnen aan de media. Maar in Den Haag is het stil over wat er nou precies is afgesproken.
Dat kan twee dingen betekenen: ofwel er is nog helemaal geen akkoord, ofwel het kabinet houdt de Chinezen bewust in het ongewisse. Dat laatste is een riskante strategie. Als Nederland buigt voor Amerikaanse eisen zal dat door China worden uitgelegd als partij kiezen. Er niet eerlijk over zijn, maakt de zaak alleen maar erger.
De emmer met ongenoegen loopt toch al aardig vol. Eerst de genocide-motie van de Tweede Kamer. Toen het verbreken van vriendschapsbanden door steden en provincies. En deze week werd een Taiwanese parlementaire delegatie in de volksvertegenwoordiging ontvangen. China houdt zich vooralsnog op de vlakte omdat het graag iets van Nederland wil: ASML-machines. Als dat doel uit het zicht raakt, is er geen reden meer Nederland uit de wind te houden. Dat zou de landbouwsector weleens goed kunnen merken.