De in het verleden belangrijke voortoppen, waar politieke leiders van dezelfde kleur elkaar ontmoeten, zijn niet meer zo belangrijk. Nog niet zo lang geleden probeerden de liberale leiders, zoals oud-premier Rutte en president Macron zaken te doen op een statige plek in Brussel. De sociaaldemocraten deden eveneens een poging om de neuzen dezelfde kant op te laten wijzen met belangrijke Eurocommissarissen, zoals destijds Timmermans en leiders als de Duitse bondskanselier Scholz en de Spaanse premier Sanchez.
Maar die twee politieke groepen hebben verloren bij de laatste Europese verkiezingen en verliezen in de lidstaten ook steeds meer terrein. Alleen de bijeenkomst van de christendemocraten (waar de meeste leiders bij horen) doet er nog echt toe.
Wat je nu ziet zijn bijeenkomsten tussen landen, dwars door de partijen heen. Een beetje zoals er vroeger altijd een Benelux ontbijt of lunch was, zo worden nu groepjes gevormd rondom een thema. Tot op heden neemt de Italiaanse premier Meloni het initiatief. Tijdens een vorige top werd een heikele kwestie met de Hongaarse premier Orbán ook in haar hotel, voordat de echte top begon, beklonken.
En zo gebeurde het ook deze keer. Dick Schoof mocht niet alleen aanschuiven, hij zat ook nog eens naast Meloni om te praten over innovatieve oplossingen voor migratie. Behalve Nederland en Italië zaten ook Denemarken, Oostenrijk, Cyprus, Tsjechië, Griekenland, Hongarije, Malta, Polen en Slowakije aan tafel.
Komen er nieuwe oplossingen?
Dat is nog maar zeer de vraag. Er is een nieuw soort elan dat door Europa gaat. De leiders aan tafel met Meloni en Schoof willen dat uitstralen. Er worden nieuwe woorden gebruikt, het moet innovatiever met nieuwe modaliteiten, slimmer, voortvarend en snelheid is geboden. Maar als we kijken naar de mogelijke maatregelen dan lijkt het op dezelfde discussie als in 2016; het jaar dat afspraken werden gemaakt met Turkije om de vluchtelingen tegen te houden in ruil voor geld.
Sindsdien wordt gesproken over onder meer beperking van visa voor regeringsleiders uit landen die weigeren vluchtelingen, die uitgeprocedeerd zijn, terug te nemen. De enige landen waar het gewerkt heeft zijn Gambia en Bangladesh. Andere landen zijn niet onder de indruk van de dreiging.
Een ander idee dat opnieuw opduikt zijn de opvangcentra buiten de Europese Unie. In 2018 werden die ontschepingsplatforms genoemd (we konden destijds geen beter woord bedenken). Maar over die platforms was de conclusie, getrokken door de Europese Commissie, dat het tegen de Europese regels was om mensen tegen hun wil naar een land te sturen waar ze niet vandaan komen. Maar de komende weken gaat Commissievoorzitter Von der Leyen deze eerder afgewezen gedachten opnieuw onderzoeken.
Nu worden het hubs genoemd. Door tegenstanders wordt de term kampen gebruikt. Italië heeft een dergelijke hub in Albanië waar deze week de eerste vluchtelingen naar toe zijn gebracht. De premier van Albanië heeft ondertussen laten weten dat andere landen niet bij hem hoeven aan te kloppen. Hij doet alleen zaken met Italië.
Het principe lijkt simpel. Mensen die mogen blijven, krijgen de juiste papieren om legaal naar Italië te reizen. En de rest moet in het kamp blijven in afwachting van hun terugkeer naar het land van herkomst.
Denemarken heeft contacten met Kosovo voor een dergelijk kamp en Nederland wil iets met Oeganda. Wat is nog niet helemaal helder (ook niet voor premier Schoof).
Nog meer creatieve gedachten?
Ja, de landenovereenkomsten. Afspraken met landen waar de vluchtelingen in de gammele bootjes stappen om naar Europa te varen. Meer afspraken zoals met Turkije, Tunesië Libië, Egypte, Marokko en Mauritanië zijn gemaakt.
En wat volgens Brusselse deskundigen helpt, is een verklaring dat bijvoorbeeld een land als Syrië veilig is. Op die manier kunnen veel vluchtelingen uit dat land worden teruggestuurd. Het Europees Hof heeft net deze zomer uitgesproken dat een land of veilig is of niet; een deel van een land, zoals in Syrië, kan niet veilig zijn. Het is alles of niks. Tot op heden heeft de chef-buitenland van de EU, de Spanjaard Josep Borrell een dergelijke stap tegen gehouden, maar de kans is aanwezig dat de nieuwe Europese Commissie daar anders over denkt.