In het huidige digitale tijdperk geldt: data is macht. Daarom kwam de EU vorig jaar met een datawet (de DGA), die databemiddelaars, zoals bedrijven die persoonsgegevens doorgeven, betrouwbaarder moet maken. Ook moeten bijvoorbeeld niet-openbare overheidsdata hergebruikt kunnen worden, zodat bijvoorbeeld medische informatie ingezet kan worden voor onderzoek naar behandelingen van chronische ziektes. Er bestaat volgens de EU dus enorm veel onbenut potentieel. Deze wet probeert daarop in te spelen.
In Nederland is het de consumentenwaakhond (Autoriteit Consument & Markt) die straks is aangewezen om toezicht te houden op de DGA. Die waakhond moet dus beoordelen of de databemiddelaars neutraal blijven en geen eigen belangen najagen. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) kijkt mee als er persoonsgegevens in het spel zijn. Om die taak goed uit te voeren geeft minister Dirk Beljaarts (PVV) van Economische Zaken de organisatie ietsje meer capaciteit (1,5 fte). De twee organisaties spelen dus beide een rol, maar alleen de consumentenwaakhond mag knopen doorhakken.
Kamerlid Jesse Six Dijkstra (NSC) steunt de wet, maar “het nut moet zich nog bewijzen in de praktijk”. Volgende week stemt de Tweede Kamer over de wet. Daarna moet de Eerste Kamer nog haar goedkeuring geven. Als die daar wordt aangenomen, kunnen toezichthouders en databemiddelaars aan de slag met, zoals de Raad van State het in haar advies verwoord, “het stimuleren van de Europese data-economie”.
Meer over deze zes fases in het Europese besluitvormingsproces lees je hier.