Na net geen 24 uur onderhandelen hebben de ministers van Klimaat in Brussel een akkoord bereikt over het nieuwe klimaatdoel voor 2040. De Europese Unie wil haar uitstoot van broeikasgassen met 90 procent verminderen ten opzichte van 1990, maar tot 5 procent daarvan willen de ministers behalen met klimaatprojecten buiten Europa. Dat is een afzwakking van het eerdere voorstel van de Europese Commissie, waarin een vermindering van 90 procent binnen de EU zelf stond.
Bezwaren
Volgens Eurocommissaris voor Klimaat Wopke Hoekstra en de Deense minister Lars Aagaard, voorzitter van de Milieuraad, waren het zware onderhandelingen. “Het gaat om het resultaat, niet om de weg ernaartoe”, zei Aagaard na afloop. “Mislukken was geen optie. Europa moet een leidende rol blijven spelen in de internationale strijd tegen klimaatverandering.” Hoekstra verdedigde het compromis door te benadrukken dat het “wetenschappelijk onderbouwd” is. “De planeet maakt het niet uit waar we de uitstoot verminderen”, zei hij.
Even leek het erop dat de gesprekken zouden vastlopen. Vooral Polen, Hongarije, Tsjechië, Italië, Slowakije en Frankrijk vonden het oorspronkelijke voorstel te ambitieus. Zij vreesden dat strengere regels hun industrie te veel zouden belasten, banen zouden kosten en de energieprijzen verder zouden opdrijven. Ook wilden ze meer tijd en financiële steun om de overgang naar schone energie te kunnen maken. In de afgezwakte doelstelling konden uiteindelijk bijna alle lidstaten zich vinden.
Emissiehandel
Niet alleen het uitstootdoel is versoepeld, ook is besloten de uitbreiding van het Europese emissiehandelssysteem met een jaar uit te stellen. Dat systeem werkt als een marktplaats: bedrijven moeten rechten kopen voor elke ton CO₂ die zij uitstoten. Door het aantal rechten jaarlijks te verminderen wordt vervuilen duurder en vergroenen aantrekkelijker. De uitbreiding van dit systeem naar brandstof en verwarming, waardoor benzine en gas duurder kunnen worden, schuift op naar 2028. Volgens Hoekstra hoeft dat het behalen van de klimaatdoelen niet te belemmeren, al erkent hij dat de effecten van het uitstel nog niet zijn onderzocht.
Evaluatie
De ministers willen elke twee jaar nagaan of de voortgang in balans is met de concurrentiekracht van de Europese industrie. Als dat niet zo is, kan het beleid worden aangepast. Volgens Hoekstra biedt het akkoord duidelijkheid aan bedrijven: “Het is een grote stap vooruit.” Aagaard vulde aan: “Ondernemingen willen zekerheid, maar de doelen moeten ook haalbaar blijven. Dit akkoord brengt die twee samen.”
Demissionair minister van Klimaat Sophie Hermans benadrukte vooraf dat het belangrijkste was om er met alle 27 lidstaten uit te komen. “Een concurrerende economie is groen”, zei ze. “Daarvoor moeten we onze handen ineenslaan.”
Verdere onderhandelingen
Met het akkoord is de positie van de lidstaten duidelijk. Zij gaan nu in onderhandeling met het Europees Parlement dat begin volgend jaar een standpunt vaststelt. Pas daarna kan de herziene klimaatwet formeel worden aangenomen. De klimaatafspraken worden in ieder geval al wel meegenomen naar de klimaattop van de Verenigde Naties die morgen in Brazilië van start gaat.
In de Nieuwsbrief Klimaat en Energie van deze week verschijnt een uitgebreid verhaal over de moeizame onderhandelingen van de lidstaten. Abonneer je nu en ontvang dit verhaal, samen met uitgebreide verhalen over de klimaattop in Brazilië, exclusief in jouw mailbox.
