Op het Holendrechtplein, tussen een Surinaams roti-restaurant, een snackbar en een basisschool, ligt de buurtcoöperatie Groene Hub. Op de gevel van het voormalige schoolgebouw hangt een klein blauw bordje met gouden sterren – een stille verwijzing naar de Europese subsidie die de start mogelijk maakte.
Binnen zijn de oude klaslokalen omgebouwd tot werkplaats, kantoor en atelier waar reparatie en hergebruik centraal staan. De voormalige gymzaal doet dienst als buurtzaal: de grijze vloer ligt er nog, maar de klimwand is verdwenen. In het weekend is er een kerkdienst of Zumba, doordeweeks gebruikt de Groene Hub de ruimte voor bijeenkomsten en als flexkantoor.
Armoede en eenzaamheid
De hub ligt in Gaasperdam, een groene jaren tachtig-wijk in Amsterdam-Zuidoost, vlak bij de Utrechtse provinciegrens. Het is een diverse wijk met veel bewoners van Surinaamse, Afrikaanse en Aziatische herkomst. In Holendrecht, een van de buurten van Gaasperdam, leeft een derde van de huishoudens rond het minimum. In de wijk wonen veel eenoudergezinnen en kwetsbare ouderen en gaan armoede en eenzaamheid vaak hand in hand.
In dit decor werkt Aman Walia, projectleider bij de Groene Hub. Hij leidt het energiebespaarteam, beheert de financiën en wist een gemeentelijke aanbesteding binnen te halen. “Wij komen achter de voordeur waar de gemeente en woningcorporaties niet binnenkomen”, zegt hij.
Europese subsidie als vliegwiel
De Groene Hub begon in 2021 met een Europese subsidie uit het programma Kansen voor West. Dat geld gaf de coöperatie de ruimte om te experimenteren: van energiebesparingsacties in tochtige huurwoningen tot een reparatiecafé, moestuinen en het winnen van groen gas uit etensresten. “Die subsidie was onze springplank”, zegt Walia. “We konden mensen aannemen, ideeën testen en vertrouwen opbouwen in de buurt.” Niet elk idee sloeg aan, maar inmiddels staat er een coöperatie met vaste medewerkers, veel vrijwilligers en een stevig lokaal netwerk – financieel nog altijd broos, maar geworteld in de wijk.
De subsidie werd binnengehaald met een plan dat voortbouwde op de ideeën van econoom Kate Raworth en haar donuteconomie: iedereen moet voldoende hebben om goed te leven, zonder de ecologische grenzen te overschrijden. In die ‘donut’ werkt de Groene Hub, door de energietransitie te verbinden aan welzijn. “Bij de energietransitie blijven veel mensen achter”, zegt Walia. “Wij beginnen bij wat mensen nodig hebben: betaalbare energie, goed wonen, eten op tafel. Als je energie onderdeel maakt van dat grotere verhaal, voer je een veel beter gesprek met de buurt. Het doel is om mensen te helpen, niet om windmolens te bouwen.”

Kate Raworth (links) bezocht eerder de Groene Hub en staat op de foto naast Groene Hub-medewerker Johnson Adeniyi Adesida. (Foto: Groene Hub)
Draagvlak begint lokaal
Coöperaties zoals de Groene Hub brengen de energietransitie dichter bij de mensen, ziet ook Merel Oldenburg, projectmanager bij Energie Samen, een koepelorganisatie die energiecoöperaties door heel het land ondersteunt. “Een probleem in de huidige energiemarkt is dat er een gebrek aan participatie en draagvlak is voor de transitie”, zegt zij. “Projecten voor wind, zon en warmte worden vaak ontwikkeld zonder voldoende inbreng van omwonenden, wat leidt tot weerstand en vertraging. Coöperaties bieden hier een alternatief, vergroten draagvlak en laten inkomsten terugvloeien in de wijk.”
Het gebrek aan draagvlak heeft ook alles te maken met de marktwerking in de energiemarkt, denkt Oldenburg. “Commerciële bedrijven boeken hoge winsten, terwijl burgers worstelen met hoge energierekeningen”, zegt zij. “Tijdens de energiecrisis werd dit zichtbaar: coöperaties zonder winstoogmerk konden aanzienlijke opbrengsten genereren die lokaal werden teruggegeven, terwijl commerciële windmolenexploitanten miljoenenwinsten boekten op het moment dat veel huishoudens moeite hadden hun rekening te betalen.”
Nederland telt in 2024 ruim 700 energiecoöperaties, er wordt geschat dat er zo’n 139.000 leden zijn in heel het land. Het is een trend van de afgelopen vijftien jaar: in 2012 telde ons land nog maar 65 energiecoöperaties. Veel van de coöperaties helpen bewoners om energie te besparen of de woningen op een andere manier te verduurzamen. Dat kan met zonnepanelen, wind of met warmte.
Achter de voordeur
“Veel energiecoöperaties bestaan vooral uit mensen met tijd en geld”, zegt Walia. “Vaak gepensioneerden die gezamenlijk investeren in zonnepanelen, winst maken en opnieuw investeren. Dat is prima, maar wij laten zien dat het ook anders kan.” De fixers van de Groene Hub bellen bij huurders aan om tochtstrips te plaatsen en folie achter radiatoren te plakken. Ze spreken bewoners bij de voedselbank of tijdens activiteiten in de hub. “Laatst kwam iemand ons bedanken”, zegt Peter Hoogendijk, projectmanager duurzaamheid bij de Groene Hub. “Ze had geld teruggekregen van haar energiemaatschappij. Dat had ze nooit verwacht.”
Naast het isoleren van huizen, doet de Groene Hub meer. Er is een fietsenwerkplaats waar fietsen tegen de kostprijs door vrijwilligers worden gerepareerd. Ook worden er fietsen geruild. Verder vinden er in de voormalige schoollokalen naaicursussen plaats om kleding te repareren en is er een moestuin waar bewoners alles kunnen leren over het maken van compost uit etensresten.
Regels knellen
Ondanks de goede wil, waardering vanuit de bewoners en lovende woorden vanuit de gemeente is het voor de Groene Hub soms lastig om de eindjes aan elkaar te knopen, vertelt Hoogendijk. “De gemeente wil dat wij er zijn, maar lopen tegen hun eigen regels aan.”
Hoogendijk noemt als voorbeeld een project waarbij de gemeente containers uitdeelde aan mensen met een tuin zodat zij etensresten voortaan zouden scheiden van het restafval. “Om de juiste boodschap over te brengen, heeft de gemeente een communicatieteam uit Haarlem ingeschakeld, terwijl wij hier rondlopen en dat makkelijk kunnen doen.Wij konden de bewoners uitstekend informeren over het belang van het scheiden van de etensresten. Maar dat mocht niet volgens de aanbestedingsregels.”
Blijven draaien
Nadat de Europese subsidie afliep, was het voortbestaan van de Groene Hub in gevaar. “Op goedwillendheid kan je geen coöperatie draaien”, zegt Hoogendijk. “We doen hier belangrijke dingen. Buurtbewoners en de gemeente vinden dit een prachtige plek, maar we kunnen alleen blijven bestaan als we aanbestedingen winnen of ander geld vinden.” Dankzij eerdere projecten tijdens de subsidieperiode wist de Groene Hub een gemeentelijke aanbesteding voor isolatiewerk te winnen, waarop de coöperatie nu drijft. Volgens Oldenburg laat dat het belang van het Europese geld zien. “Subsidies zijn cruciaal om de kloof te dichten in de opstartfase. Pas als iets werkt, stapt de overheid structureel in.”
Intussen werkt de Groene Hub aan nieuwe plannen, zoals het installeren van tweedehands zonnepanelen op huurwoningen. “Voorlopig redden we het”, zegt Walia. “Maar zonder die Europese subsidie waren we nooit zover gekomen.” Het blauwe bordje op de gevel herinnert Walia en Hoogendijk daar elke dag aan.
Meer van dit soort reportages? Abonneer je op de Nieuwsbrief Klimaat en Energie en volg de energietransitie op de voet. Ontvang elke twee weken achtergronden, interviews, reportages en natuurlijk het laatste klimaatnieuws uit Den Haag, Brussel en de rest van Europa exclusief in jouw mailbox.