Nachten heeft de staf van het IMF doorgehaald om de economische strapatsen van president Trump nog in de zojuist verschenen World Economic Outlook te kunnen verwerken. Dan gaat het vooral om de invoertarieven – die de VS heeft verhoogd tot een in de afgelopen honderd jaar ongekend hoog niveau. Weliswaar heeft Trump inmiddels een pauze van drie maanden afgekondigd, maar die vergroot vooralsnog de onzekerheid. En onzekerheid is slecht voor de economie. De hele wereld heeft er onder te lijden, maar de VS het meest. Kwaad straft vooral zichzelf. Dit jaar verliest de VS, zo raamt het IMF, zowat een procentpunt aan economische groei. Tegelijkertijd gaat de inflatie omhoog.
Handelspolitiek kenmerkt zich van oudsher, zo benadrukt de vooraanstaande handelseconoom Richard Baldwin, door voorspelbaarheid en een zorgvuldige voorbereiding. Hij vraagt zich af of de huidige tarievenchaos wordt gedreven door incompetentie of door kwaadwilligheid. Wie is hier aan het werk: Machiavelli of Mr. Bean?
Kwaaie pier
Baldwin dicht Trump en zijn team op handelsgebied zonder meer een hoog ‘Mr. Bean-gehalte’ toe. Daarnaast ziet hij ook duidelijke aanwijzingen voor kwade opzet – mede vanwege de afbraak van ‘checks and balances’ in de democratische rechtsstaat. Hoe dan ook schept zo’n chaotisch invoerbeleid volop ruimte voor lobbyen, patronage en corruptie.
Het IMF waagt zich niet aan dit soort beelden, maar geeft de Amerikaanse regering wel een belangrijke boodschap mee. Trump gaat het om het herstel van de Amerikaanse industrie. Doelt hij op de industriële productie of het aantal banen in de industrie? De door het IMF opgestelde grafiek laat zien dat het aandeel van de industrie in de totale productie in de VS al meer dan een halve eeuw vrijwel constant is (zie de rode lijn). Wat sterk gedaald is, is het aandeel van de werkgelegenheid in de industrie (de roze lijn). Dat komt door technologische vooruitgang en robotisering. Globalisering is daarmee niet de kwaaie pier voor de industriële neergang (in werkgelegenheid) van de VS.

De door Trump ontketende tarievenoorlog gaat natuurlijk ook Europa raken. Maar volgens de analyse van Bruegel zijn de economische effecten op de EU veel kleiner dan bij de Corona-pandemie of bij de energiecrisis na de Russische inval in Oekraïne. Ook als we rekening houden met de indirecte effecten – van Chinese export die van Amerika naar Europa wordt verlegd – blijven die effecten overzienbaar. En ze kunnen nog worden verkleind door te blijven inzetten op verlaging van handelsbelemmeringen, zowel binnen de EU als met derde landen, zoals Mercosur.