Als de minister naar Brussel komt, loopt hij niet in zijn eentje rond in de gangen van het Raadsgebouw aan het Schumanplein. Nee, hij heeft woordvoerders bij zich en adviseurs die hem de laatste updates geven, hem voorstellen aan nieuwe buitenlandse ministers, de agenda met hem doornemen en zorgen dat hij in die wandelgangen de juiste mensen, al dan niet per ongeluk, tegen het lijf loopt.
Een van die mensen is Carla Boonstra. Ze staat aan het hoofd van de afdeling Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) op de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland in Brussel. Ook wel de PV genoemd. Het is de vooruitgeschoven post van Den Haag in de Europese Unie. Hun taak: Nederlands beleid in de EU uitdragen, Europese politiek in de gaten houden, terug rapporteren aan het ministerie en de minister.
Hier gebeurt het
Boonstra kwam in 2021 naar Brussel. Daarvoor werkte ze voor het ministerie van LNV en wanneer ze dan af en toe mee ging naar vergaderingen van de Europese Raad begon het al een beetje te borrelen. Als kind had ze een aantal jaar in Brussel doorgebracht en ze vond het fijn om weer eens terug te zijn. En dan was er nog de voorliefde voor het Europees project. Ze groeide op in een tijd waarin de Europese Unie nog vorm aan het krijgen was en zag het nut van die samenwerking in. Wanneer ze dan in die raadszaal stond en ministers elkaar begroeten was ze onder de indruk. “Ik kan me nog de eerste keer herinneren dat ik daar binnenkwam”, vertelt ze. “Ik dacht: wauw, hier gebeurt het!”
Inmiddels moet het niet anders dan normaal voor haar zijn. Al bijna drie jaar lang loopt ze het raadsgebouw in en uit. Haar officiële functie is ‘landbouwraad’. “Dat is de diplomatieke naam voor landbouwadviseur”, legt ze uit in een haar kantoor op een steenworp afstand van het raadsgebouw. Samen met haar team houdt ze zich bezig met Europese wetgeving op het gebied van landbouw, natuur, voedselkwaliteit en visserij. Neem de natuurherstelwet. Een omstreden wet die afkalvende natuur weer gezond moet maken. Het ministerie spit de wet door en kijkt wat de Nederlandse positie is. En dan begint het werk voor Boonstra en haar collega’s in Brussel. Het Nederlandse standpunt moet in de wet terugkomen en dus moet er onderhandeld worden.
Nederlands mandaat
En dat is niet altijd even simpel, legt Boonstra uit. “Je moet de balans zoeken.” De onderhandelingen over Europese wetgeving vinden plaats met 26 andere landen die allemaal hun eigen belangen hebben. Dat betekent veel overleggen, veel terug rapporteren naar Den Haag en soms ook concessies maken. En daar heeft Boonstra ook een rol in. Het is haar taak om de politieke belangen in Brussel in kaart te brengen en het ministerie te adviseren.
Dat adviseren gebeurt niet alleen via e-mailtjes. Nee, Boonstra gaat mee als minister Adema in Brussel komt vergaderen. Ze heeft contacten met adviseurs uit het buitenland en fluistert Adema wel eens in. ‘Praat even met die minister hierover of feliciteer die andere minister nog even met dat.’ Ze is de politiek manager van de wandelgangen. “Dat is ook waar het gebeurt”, legt ze uit. Ministers komen naar het Raadsgebouw om te praten over Europese wetgeving. Dat gebeurt in een grote ruimte waar ze in een kring zitten en hun nationale belangen uitspreken. Maar de echte vooruitgang wordt buiten die ruimte geboekt. En dat is waar Boonstra het meeste effect heeft.
Haar naam is bekend in Brussel. Niet alleen vanwege haar hoge functie bij de Permanente Vertegenwoordiging, maar juist vanwege een moment in de vergaderzaal. Het verhaal wordt regelmatig nog eens verteld tijdens borrels. Voormalige minister Staghouwer begon de verkeerde tekst voor te lezen tijdens het publieke deel van de raadsvergadering. “Alle camera’s stonden aan en de minister was vol in beeld”, lacht Boonstra. Op de beelden is te zien hoe Boonstra’s gezicht achter de minister verschiet wanneer ze zich realiseert dat hij de verkeerde tekst voorleest. Ze weet hem snel te corrigeren. Ook een belangrijk deel van haar werk.
Ze kan er inmiddels om lachen. “Ministers zijn ook maar mensen”, zegt ze. Ze wijt het aan de wisselende agenda van die raadsvergaderingen en de voorbereidingen die zij en haar team eerder al genomen hebben. “Je maakt dan een document op volgorde van de agenda die je kreeg”, legt ze uit. Maar die agenda verandert en dan kan het zomaar voorkomen dat de minister een pagina omslaat naar een onderdeel dat nog helemaal niet aan bod is.
Een kijkje in de keuken
Zelfs voor ingewijden in Brussel die alle afkortingen al kennen en weten wie ze waarvoor moeten bellen, kan de Permanente Vertegenwoordiging, waar Boonstra werkt, een mysterie zijn. Laat staan voor mensen die niets met de EU te maken hebben. Dat merkte Boonstra ook en sinds een aantal maanden probeert ze toch wat inzicht te geven in wat ze nu precies doet.
“Ik merkte in mijn eigen familie en kenniskring dat ze vroegen, wat doe je nu eigenlijk qua werk?”, legt ze uit. “En ik vind het vaak heel moeilijk om uit te leggen.” Het is iets waar bijna iedereen in Brussel mee kampt. Boonstra besloot er iets aan te doen en deelt wekelijks op LinkedIn hoe haar week eruit zag. “Ik hoop op die manier toch een klein beetje inzicht te geven in wat we doen.”
Boonstra vervult haar functie als landbouwadviseur nu al bijna drie jaar. En dat is nog steeds met plezier. “Volgens mij heb ik op dit moment gewoon de leukste baan die er is”, lacht ze. Eigenlijk zou ze in 2025 weer door moeten rouleren, dat is beleid uit Den Haag zodat belangrijke functies niet bezet worden door mensen die aan hun stoel vastroesten. Maar daar wil ze nog niet echt aan denken: “Ik kan me op dit moment nog niet bedenken wat er leuker is om te doen.”