Kabinet: geen Europees geld voor Lelylijn zonder Duitsland

De zogenaamde Lelylijn, zoals de treinverbinding wordt genoemd, kan vooralsnog niet rekenen op Europees geld.

3 min. leestijd
(Bron foto: iStock)

Om voor dat geld in aanmerking te komen, moet de spoorlijn onderdeel zijn van een internationale verbinding, zodat die kan worden aangesloten op het Trans-Europese Transportnetwerk (TEN-T). Dat is een netwerk van wegen, spoorwegen, luchthavens en waterinfrastructuur dat de EU-lidstaten met elkaar moet verbinden, maar waarvan de plannen nog op de tekentafel liggen. Omdat de Lelylijn voorlopig niet over de eigen landsgrenzen gaat, zou de spoorverbinding niet in aanmerking komen om te worden aangesloten op het TEN-T. En zonder Europees geld hangt het Lelylijn-project aan een zijden draadje.

Bij de buren aankloppen

In de huidige vorm zou de Lelylijn dus slechts een nationale treinverbinding worden. Volgens de voorwaarden van het TEN-T is de EU daarom niet van plan om het project in huidige vorm financieel te steunen. Om toch een zak met geld vanuit Brussel te kunnen krijgen, wil Nederland er een internationale treinverbinding van maken. Om dat mogelijk te maken, beproeft Nederland zijn geluk bij onze buren in Duitsland. 

Het kabinet heeft dus een slimme oplossing bedacht om de Lelylijn toch een internationale verbinding te geven, zodat de spoorlijn aan de voorwaarden voldoet om op het TEN-T te worden aangesloten. Het plan? Samen met de Duitsers werken aan betere internationale treinritjes tussen Nederland en Noord-Duitsland. Of de Duitsers dat zien zitten, is nog maar de vraag.

Minister van Infrastructuur en Waterstaat Mark Harbers schrijft in zijn antwoorden op Kamervragen van de BoerBurgerBeweging (BBB) dat de gesprekken met Duitsland momenteel worden gevoerd om te kijken of onze buren iets zien in zo’n Nederlands-Duitse spoorlijn. Want, schrijft Harbers, “indien Duitsland niet mee wil werken, ligt de opname van de Lelylijn in het uitgebreide kernnetwerk (TEN-T) niet voor hand.” Met andere woorden: zonder Duitsland kan de Lelylijn niet rekenen op Europees geld. Volgende week maandag (5 december) krijgt Minister Harbers de kans om zijn Duitse collega in de arm te nemen, want dan komen de EU-vervoersministers bijeen in Brussel.

Solidariteit met de binnenvaart

Waar de EU-vervoersministers het tijdens die vergadering ook over zullen hebben: de binnenvaart in de EU klaarmaken voor de toekomst. Zo moet de binnenvaart bijvoorbeeld veel groener worden. De Nederlandse binnenvaartsector is de grootste in heel de EU: meer dan de helft van de schepen in de Europese binnenvaart is afkomstig van Nederlandse ondernemers, of zijn simpelweg Nederlandse schepen. Nederland wil een flinke smak geld uit Brussel om zijn binnenvaartsector groener te maken.

Hoewel Nederland niet zo veel opheeft met solidariteitsfondsen, vooral als het voor ons eigen land niks oplevert en het kabinet er juist geld aan verliest, wil het kabinet nu dat Brussel een solidariteitsfonds opzet om ervoor te zorgen dat landen als Nederland de vergroening ook echt kunnen betalen. Maar niet alle neuzen wijzen dezelfde kant op. EU-lidstaten die geen binnenvaart hebben, begrijpen enerzijds niet waarom zo’n solidariteitsfonds nodig zou moeten zijn. Anderzijds, landen die wel een binnenvaart hebben steunen het voorstel wel allemaal. Welk standpunt uiteindelijk de bovenhand krijgt, wordt volgende week in Brussel verder uitgevochten.