Nederlandse rechter aan Het Gerecht in Luxemburg

Er is een Nederlander benoemd tot rechter in Het Gerecht in Luxemburg. Het Gerecht is een onderdeel van het Europees Hof en behandelt vooral beroepszaken van burgers en lidstaten tegen Europese instellingen.

2 min. leestijd

Twee Luxemburgers, twee Roemenen, een Hongaar, een Slovaak en… een Nederlander. Steven Verschuur is samen met zes anderen door vertegenwoordigers van de regeringen van de Europese lidstaten benoemd tot rechter bij Het Gerecht in Luxemburg. Deze ambtstermijnen beginnen op 1 september 2022 en eindigen op 31 augustus 2028. Verschuur, die overigens niet de eerste keuze van de ministerraad was voor deze positie, gaat zijn eerste ambtstermijn in. Waar komt Verschuur terecht en wie liet het ambt aan zich voorbijgaan?

Tweede kandidaat

De rechters van Het Gerecht worden benoemd nadat de regeringen van de Europese lidstaten hierover onderling een overeenkomst hebben bereikt. De belangrijkste vereiste voor de kandidaten is volledige onafhankelijkheid, maar ze moeten dermate bekwaam zijn dat ze in eigen land de hoogste rechterlijke ambten kunnen bekleden. Het gaat dus om nationale topjuristen. Op 31 augustus verstrijkt de termijn van de huidige Nederlander in Het Gerecht, Mr. R. Barents. Daarom werd Nederland verzocht om een nieuwe kandidaat voor te dragen.

Dat was in aanvankelijk Herman Speyart van Worden, maar die heeft zijn kandidatuur om persoonlijke redenen ingetrokken. Vervolgens heeft de ministerraad besloten Verschuur, na een openbare sollicitatieprocedure, voor te dragen voor het ambt in het Gerecht. Opvallend: Verschuur is op dit moment advocaat in Brussel.

Twee rechtbanken

Het ‘Hof van Justitie van de Europese Unie’ (kortweg: Europees Hof) is een overkoepelende term voor twee rechtbanken: het Hof van Justitie en Het Gerecht. Het Hof van Justitie, dat bestaat uit één rechter per lidstaat, controleert de naleving van de Europese verdragen en probeert te bemiddelen bij geschillen tussen lidstaten. Het Gerecht is dan weer verantwoordelijk voor beroepszaken van personen of lidstaten tegen handelingen van de Europese instellingen. Daar kunnen die instellingen op hun beurt weer tegenin gaan.

Denk bijvoorbeeld aan luchtvaartmaatschappij Air France KLM die, samen met verschillende andere luchtvaartmaatschappijen, aan het begin van deze eeuw verboden prijsafspraken heeft gemaakt. De Europese Commissie wilde de maatschappijen in 2017 (opnieuw) beboeten, maar die stapten naar Het Gerecht om beroep aan te tekenen. In dit geval zonder succes: Het Gerecht besliste in het voordeel van de Europese Commissie.