Corinne Ellemeet wil haar verloren Europese idealen nieuw leven inblazen

7 min. leestijd

Het komt niet vaak voor dat een politicus toegeeft zijn of haar idealen te zijn vergeten. Daarom is de speech die de nummer twee van GroenLinks afgelopen weekend hield zo bijzonder. Corinne Ellemeet beschrijft daarin dat zij de dromen uit haar jeugd is kwijtgeraakt. En dat neemt ze zichzelf kwalijk. “Dit is een biecht”, zegt ze tegen Brusselse Nieuwe. En ze komt met een politiek plan: ‘Project Europa’.

Ellemeet bracht dankzij een internationale beurs de laatste twee jaar van haar middelbare school door in het Italiaanse Triëst. Met de Joegoslavische burgeroorlog letterlijk om de hoek, woonde ze twee jaar samen met 16-, en 17-jarigen uit alle hoeken van Europa in één huis. Het was in de eerste helft van de jaren ’90 en het IJzeren Gordijn was pas net gevallen. Vooral de kinderen die waren opgegroeid in de dictaturen van Oost-Europa maakten indruk op Ellemeet: Kroaten, Serven, Slovenen, Roemenen en de scholieren afkomstig uit de nog piepjonge Baltische staten.

Gemeenschap van jongeren

“Zo leerde ik begin jaren negentig op een klein college mijn continent kennen. Kregen de vele landen die Europa vormen voor mij een gezicht, een verhaal en een geschiedenis. Ik voelde me met de mensen daar verbonden. We vormden een hechte gemeenschap. Waarbinnen het soms ook lastig was en de spanningen hoog konden oplopen. Maar het was een gemeenschap, waarin we onze dromen en ambities deelden. Waarin we samen geloofden in vooruitgang, vrede, menselijkheid en een leefbare aarde. Daar werk van wilden maken”.

Het is nu 30 jaar later en Ellemeet erkent dat het haar als volwassen vrouw niet is gelukt het leven te leiden waarover ze droomde: “Wanneer ben ik het kwijtgeraakt, dit gevoel van internationale gemeenschap? Van verbondenheid met mensen die samen wilden bouwen aan Europa? Aan een sterk Europa in een onzekere wereld”, zegt ze in de speech voor partijgenoten in de Utrechtse Kloosterkerk.

Alhoewel ze lid is van een pro-Europese partij en – ze zoals ze het zelf noemt – een ‘obligate bijdrage’ levert aan het debat over de Europese Unie, mist ze iets. Ze noemt Nederland een naar binnen gekeerd land en oordeelt hard over zichzelf: “Ook ik heb mij in de jaren daarna geleidelijk aan in slaap laten sussen door West-Europese zelfgenoegzaamheid”. Terwijl Oost-Europa in angst leeft voor de legers van Poetin, noemt ze West-Europa ‘decadent’. “We hebben het laten afweten”, zegt ze, om te blijven strijden voor de Europese verbondenheid. 

Nieuwsgierigheid vervloog

“Ik liet Europa voor wat het was, heb me er niet over opgewonden. Ik beschouwde het als een gegeven. De gesprekken uit mijn schooljaren verdwenen naar de achtergrond. De nieuwsgierigheid naar het Europese project die ik begin jaren negentig nog had, vervloog. Het was hooguit een onderdeel van mijn studie. Maar niet, of althans veel te weinig, van mijn leven”. 

Ellemeet zit in haar tweede termijn als volksvertegenwoordiger in Den Haag. Ze stond tweede op de kieslijst en wordt genoemd als één van de mogelijke opvolgers van Jesse Klaver. Sinds de verkiezingen van vorig jaar is ze Europa-woordvoerder van haar partij. Voor haar het moment om de verloren idealen uit haar jeugd weer op te wekken. Ze wil op zoek naar een nieuw Europees verhaal. Een verhaal dat aansluit bij het optimisme uit de jaren ’90 over de grenzen die verdwenen. Ze noemt het ‘Project Europa’ en moet dienen als de een nieuwe visie voor progressieve politieke partijen in de Tweede Kamer.

U was Europa een beetje vergeten en heeft zichzelf nu wakker geschud?

“Ik denk dat dat voor heel veel mensen geldt, maar zeker dus ook voor mij. Dat contrasteert dan enorm met die ervaring die ik had begin jaren ’90 waarin het zo leefde. Juist met al die mensen uit Oost-Europa en de Baltische landen voor wie dat zo belangrijk was en die zo bezig waren met zich te ontwikkelen en die een Europese droom hadden. Ik was daar helemaal door aangestoken en ik weet nog goed de shock die ik voelde toen ik terugkwam in Nederland. Niemand was bezig met de oorlog in ex-Joegoslavië. Of überhaupt met wat er in Oost-Europa gebeurde. In het begin was ik daar bijna door verbijsterd. Dan draai je daarna weer een tijdje mee in je studie en daarna ga je werken en op een gegeven moment wordt je eigen blik ook weer steeds nauwer. En in die zin voel ik me wel echt wakker geschud ja door wat er nu gebeurt”.

Wakker geschud door de oorlog of door de pandemie?

“Zeker door die oorlog. Zeker door wat er nu op ons continent gebeurt en dat we zien dat de vrijheid niet vanzelfsprekend is. Het gaat om een persoonlijke betrokkenheid bij Europa. Dat je echt geïnteresseerd bent in die ander. Dat je echt wilt weten: wat doet nu die inval van Poetin met mijn vrienden uit de Baltische landen of mijn vriendin uit Finland”.

Het bijzondere is dat u dat als scholier in Italië wel heeft gezien, maar in uw latere leven het bent vergeten?

“En dat vind ik heel erg. Dit is eigenlijk ook een biecht”.

U noemt in uw speech West-Europa decadent. Zit daar de verklaring?

“Ja, want dan mis je gevoel van urgentie. Als jij denkt ons niets kan overkomen en dat wij met onze welvaart die ons door elke crisis heen helpt verheven zijn boven alle gevaren en bedreigingen die er zijn, dan stilt dat de honger naar willen weten wat er in de rest van Europa gebeurt”.

Wat bedoelt u als politicus met dat Europa als vanzelfsprekend is geworden?

“Dat ik het eigenlijk accepteerde dat in het Nederlandse politieke debat er weinig aandacht is voor Europa. Alsof we dat hebben uitbesteed aan onze Europarlementariërs. Terwijl je moet je in de Tweede Kamer natuurlijk verhouden tot wat wij inbrengen als land in Europa. Het is aan alle Nederlandse parlementariërs om te kijken wat je op je eigen terrein kan doen om Europa sterk te maken”.

U wilt dat nu goed gaan maken als politicus van GroenLinks met Project Europa. Wat is Project Europa?

“Het gaat mij om het organiseren van ontmoetingen met mensen in Europa om het te hebben over hun wensen en dromen. Bijvoorbeeld: als wij niet praten met een Griek, hoe kunnen wij ons dan voorstellen wat het betekent om in een economische crisis terecht te komen en dat dan de andere Europese landen zeggen: ‘Je had je zaakjes niet goed op orde. Je krijgt een streng regime en zorg maar dat je er weer bovenop komt’”.

Hoe ziet u dat voor zich als een GroenLinks-politicus in Den Haag?

“Ik wil het gesprek aanzwengelen in mijn partij. Dan gaat het over vragen als wat onze identiteit is. Kijken we wel kritisch genoeg naar wie wij zijn? Wat voor soort Europa willen we zijn? Daar kan je het met allerlei mensen over hebben. Politiek is niet alleen moties indienen. Politiek is ook binnen je eigen partij met elkaar visie uitwerken en ontwikkelen. Dan gaat iets leven. Ik wil daar een jaar de tijd voor nemen om een aantal van die gesprekken te organiseren en dan het net op te halen”.

 Waar moet dat toe leiden?

“Het moet vertaald worden naar onze politieke agenda. Dat moet gaan leiden tot onze visie wat we willen met Europa. Wat wij bijvoorbeeld vanuit onze nationale politiek meer kunnen betekenen. En hoe Europa vertaald wordt in het werk van de GroenLinks-politici”.

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie