De Europese Commissie en een meerderheid van EU-landen willen de beschermingsstatus van de wolf verlagen. Nederland ook, want de wolf zorgt in toenemende mate voor problemen. Vee wordt doodgebeten en wandelaars en mountainbikers durven soms hun vaste route niet meer te nemen. Eind september zette EU-landen al een belangrijke stap door voor de verlaging van de beschermingsstatus te stemmen. Maar voordat in Nederlandse provincies daadwerkelijk probleemwolven dood mogen worden geschoten, moet er nog het een en ander gebeuren.
‘Strikt beschermd’
De wolf is beschermd in de Europese habitatrichtlijn, een EU-wet. Maar wolven genieten ook bescherming vanuit een internationaal verdrag, de zogeheten Conventie van Bern. Daarin staat nu nog dat de wolf ‘strikt beschermd’ is. Dat betekent dat er niet op de wolf gejaagd mag worden. Want het roofdier werd enkele tientallen jaren geleden met uitsterven bedreigd.
Maar de wolvenpopulatie is in de afgelopen tien jaar verdubbeld. En dat brengt problemen met zich mee. Volgens EU-landen zijn wolven verantwoordelijk voor zo’n 65.500 dode schapen, koeien en ander vee per jaar. Door de beschermingsstatus te verlagen van ‘strikt beschermd’ naar ‘beschermde diersoort’, kan de wolf in uitzonderlijke gevallen doodgeschoten worden. Probleemwolven die mensen en vee aanvallen, kunnen zo worden aangepakt.
Conventie van Bern
Voordat de EU haar eigen wetgeving kan aanpassen, moet de eerder genoemde Conventie van Bern worden aangepast. Anders zou de EU niet in lijn zijn met internationale wetgeving en dat kan leiden tot rechtszaken. In december komt de Conventie van Bern weer bij elkaar en dient de EU een amendement in om de bescherming van de wolf te verlagen.
Dat is ook waar EU-ministers in september over stemden. Niet direct over de verlaging van de beschermingsstatus in EU-wetgeving, maar met een voorstel om de Conventie van Bern aan te passen. Overigens was niet elk EU-land blij met het voorstel. Spanje en Ierland stemden tegen. Slovenië, Cyprus en Malta onthielden zich van stemming.
De Conventie van Bern is niet alleen getekend door EU-landen, maar ook door landen als Noorwegen, Oekraïne, Turkije, IJsland en zelfs enkele landen in Noord-Afrika zoals Marokko en Tunesië. De EU moet twee derde van die landen overtuigen dat de beschermingsstatus van de wolf best een stapje lager kan, voordat de volgende stap gezet kan worden.
De EU-habitatrichtlijn
In de EU-habitatrichtlijn is de bescherming van meerdere dieren en plantensoorten opgenomen. Ook de wolf dus. De mate van bescherming van een dier of plant is afhankelijk van de paragraaf waarin ze zijn opgenomen in de EU-habitatrichtlijn. Wanneer de Conventie van Bern aangepast wordt, zal daarop volgend een nieuw wetgevingsvoorstel moeten komen om de wolf in de huidige paragraaf van de EU-habitatrichtlijn te schrappen en elders toe te voegen.
En dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Terwijl EU-ministers in september nog stemden met een meerderheid, is voor de aanpassing van de paragrafen in de habitatrichtlijn unanimiteit nodig. Alle EU-landen moeten dus voor de verlaging van de wolf stemmen. Spanje of Ierland, die eerder al tegen verlaging waren, zouden dus roet in het eten kunnen gooien.
Dat geeft hoop voor milieuorganisaties en diervriendelijke politici in Brussel. De unanimiteitsregel in de habitatrichtlijn wordt als een laatste vangnet gezien. Want volgens de milieuorganisaties is de wolf nog helemaal niet klaar om minder beschermd te worden. Zo is er niet genoeg genetische diversiteit om de populatie op lange termijn gezond te houden. De hoop is dus dat de plannen om de wolf minder te beschermen daar zullen sneuvelen.
(Wan)hoop
Maar of de hoop terecht is moet nog blijken. Spanje en Ierland stemden in september niet tegen het voorstel om de bescherming te verlagen, omdat ze de wolf zo belangrijk vinden, maar omdat de EU niet de juiste procedure volgde. Volgens de habitatrichtlijn zou midden 2025 een evaluatiemoment zijn gepland. Dan wordt er gekeken naar de populaties van beschermde dieren en planten en kan dan, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, bepaald worden of de extra bescherming nog nodig is of niet. Dat had de EU best even kunnen afwachten, stellen de Spanjaarden en Ieren.
De vraag is dus of ze voet bij stuk houden, wanneer de rest van de EU straks de habitatrichtlijn wil aanpassen. Een andere optie is dat de Europese Commissie, na de mogelijke aanpassing van de Conventie van Bern, niet direct het voorstel om de habitatrichtlijn aan te passen indient, maar nog wacht tot het rapportagemoment waar Spanje en Ierland zo op hamerde. Mogelijk wordt geconcludeerd dat de wolvenpopulatie gezond genoeg is om de bescherming te verlagen en valt de tegenstand van Spanje en Ierland bijna automatisch weg.