De Europese milieuministers trekken vandaag naar Boedapest voor een informele bijeenkomst. Dat betekent veel praten om de neuzen dezelfde richting te krijgen, maar nog geen knopen doorhakken.
Althans, het Hongaarse EU-voorzitterschap heeft de milieuministers uitgenodigd, of ze ook daadwerkelijk komen is een ander verhaal. Uit onvrede over het Hongaars voorzitterschap, stuurden slechts zeven lidstaten een minister naar de concurrentiebijeenkomst in Boedapest eerder deze week. Nederland laat de minister ook vandaag thuis en laat zich ambtelijk vertegenwoordigen.
Een zoveelste frats van de Hongaarse premier Viktor Orbán zorgt voor frustratie onder de lidstaten. Zonder overleg is hij begonnen aan een “vredesmissie” langs Oekraïne, Rusland en China, en dat allemaal onder het logo van het EU-voorzitterschap.
Circulaire economie
Een van de hoofdpunten op de agenda van de milieuministers is de rol van de circulaire economie in het versterken van het concurrentievermogen van de EU. Nederlands ziet dit als essentieel voor het stimuleren van bedrijven om verder te verduurzamen, innovatie aan te jagen en de concurrentiekracht van circulaire ondernemingen te bevorderen. De Nederlandse delegatie zal daarbij pleiten voor een derde circulair actieplan onder de nieuwe Europese Commissie. In 2020 publiceerde de Commissie haar tweede actieplan dat onder meer met nieuwe regels voor plastic verpakkingen en het recyclen van batterijen kwam.
Verder krijgt waterbeleid ruime aandacht, met discussies over de weerbaarheid van onze watersystemen tegen klimaatverandering. Rapporten van het Planbureau voor de Leefomgeving laten zien dat Nederland steeds vaker zal worden blootgesteld aan de gevolgen van klimaatverandering en dat die gevolgen steeds extremer worden. Denk aan extremere droogtes en overstromingen. Verder spreken de ministers over grensoverschrijdende watervervuiling. Gezien Nederlands ligging als benedenstroomsland is dit een onderwerp waarover we goede afspraken met onze Europese buurlanden nodig hebben.
Het groene prijskaartje
Daarnaast wil het Hongaarse EU-voorzitterschap het hebben over de financiering van de groene transitie. Orbáns regering heeft veel kritiek op het prijskaartje van Brussels groene dromen. Nederland benadrukt bij dit onderwerp dat het de investeringsbereidheid van het bedrijfsleven wil versterken en de uitrol van duurzame infrastructuur wil versnellen. Ook kijkt Nederland naar investeringen via de Europese Investeringsbank.
Tot slot blikken de ministers ook vooruit op de VN-klimaatconferentie (COP29) in Bakoe later dit jaar. De ministers zullen de Europese inzet bespreken, waarbij Nederland zich sterk maakt voor ambitieuze klimaatdoelen voor 2035. De EU, die als blok onderhandelt, wil dat deze nieuwe doelen in lijn zijn met de 1,5-graaddoelstelling van het Parijsakkoord en alle economische sectoren omvatten. Verder zal op de COP29 worden onderhandeld over een nieuw langetermijndoel voor klimaatfinanciering dat het huidige streefdoel van 100 miljard dollar per jaar moet vervangen. Nederland en de EU pleiten voor een bredere aanpak, waarbij ook opkomende economieën een rol spelen en er meer aandacht is voor privé-financiering.