Ongeveer een kwart van alle toeristische overnachtingen in de EU wordt op dit moment verhuurd via online platforms zoals Booking.com en Airbnb. Verhuurders kunnen er een leuk zakcentje mee bijverdienen. Maar voor de gemiddelde Amsterdammer is het heel wat minder aangenaam, wanneer het halve appartementsgebouw vol zit met kotsende Britse toeristen. Bovendien is er in steeds meer Europese steden een woningtekort. En dus is het niet wenselijk dat toeristen massaal die kostbare woonruimte innemen.

Informatie delen

De verhuur gebeurt online. Daarom is optreden tegen de overlast vaak in het duister tasten voor beleidsmakers. De Europese Commissie kwam vorig jaar november daarom met een voorstel om verhuurders van online platforms te dwingen informatie met de nationale autoriteiten te delen. Platforms zelf zouden verantwoordelijk worden gesteld om onverwachte controles uit te voeren. Die controles moeten nagaan of de gedeelde informatie van de verhuurders ook klopt. 

Lokale overheden moeten hun eigen regels hierdoor beter kunnen handhaven. Wel mogen ze zelf nog bepalen hoe vaak een woning via zo’n online platform verhuurd mag worden. 

Nu is het aan de lidstaten en het Europees Parlement om het tot een onderling akkoord over het voorstel te schoppen. Namens het Europees Parlement mag Kim van Sparrentak die onderhandelingen gaan leiden.

“De huidige woningcrisis kan alleen worden opgelost als duidelijk wordt dat huizen zijn bedoeld om in te wonen. En niet om winst mee te maken”, vertelt van Sparrentak. “Met de wetgeving gaan we duidelijk maken dat het niet de grote techbedrijven, maar democratisch verkozen overheden zijn die de regels in steden maken.” Van Sparrentak is tevreden met het voorstel van de Commissie. Maar ze ziet nog wel ruimte voor verbetering. “Steden moeten voorwaarden kunnen opleggen vóór een woning geadverteerd kan worden. De sancties die opgelegd worden bij niet-naleving moeten ook hoger.’’