Terugblik Democratie | Ondanks massale opkomst bij Boedapest Pride staan lhbti-rechten nog steeds onder druk

Zomerpauze in Brussel. Tijd om stil te staan bij Pride in Boedapest. De mars groeide uit tot protest, maar de burgemeester moet zich nu verantwoorden.

4 min. leestijd
(Bron foto: iStock)

Dit artikel verscheen eerder in de Nieuwsbrief Democratie en Rechtsorde. We blikken terug op de Pride in Boedapest, waar honderdduizenden mensen op straat gingen om de lhbti-gemeenschap te steunen. Voorlopig is het laatste nog niet gezegd over deze ‘verboden’ mars, aangezien de burgemeester van Budapest is opgeroepen voor verhoor.

Afgelopen juni kleurden de straten van Boedapest in regenboogkleuren. Honderdduizenden mensen kwamen samen om deel te nemen aan de door premier Viktor Orbán verboden Pride-mars. Die ging toch door dankzij de burgemeester van Boedapest. Inmiddels zijn we ruim een maand verder, en is burgemeester Gergely Karácsony opgeroepen voor verhoor. Hij wordt officieel als verdachte gezien in het politieonderzoek naar de organisatie van de mars.

In een verklaring laat de burgemeester weten dat hij zich “trots” voelt, ondanks de verdenking. Volgens hem hoort het verdedigen van vrijheid en gelijkheid bij zijn taak als bestuurder. Als dit de prijs is die we moeten betalen voor het opkomen voor onze vrijheden en die van anderen, dan ben ik daar nog trots op ook, stelt hij.

Verbod

De Hongaarse regering had de Pride-mars verboden op grond van een nieuwe ‘kinderbeschermingswet’ die openbare uitingen van de lhbti-gemeenschap illegaal maken. Toch trok het evenement in Boedapest volgens de organisatie meer dan 200.000 bezoekers, het hoogste aantal ooit. De mars werd daarmee niet alleen een feest, maar ook een stil protest tegen het regeringsbeleid van Orbán.

Onder de deelnemers bevonden zich opvallend veel internationale gasten. Zo liep een Nederlandse delegatie mee, met onder andere Europarlementariër Tineke Strik (GroenLinks-PvdA) en de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema. Beiden spraken hun steun uit voor de Hongaarse lhbti-gemeenschap en benadrukten het belang van solidariteit tussen Europese steden.

Nieuwe wet

De nieuwe Hongaarse wet, die medio april van kracht werd, ligt al vanaf het begin onder vuur. Volgens demissionair staatssecretaris Mariëlle Paul, verantwoordelijk voor emancipatie in Nederland, ondermijnt de wet fundamentele vrijheden zoals het recht op vreedzame vergadering en de vrijheid van meningsuiting. Ze sprak zich hierover uit samen met haar Belgische en Luxemburgse collega’s, tijdens een Europese bijeenkomst over gendergelijkheid. Hongarije zelf was niet aanwezig bij die bijeenkomst.

Ook de Europese Commissie bekijkt de situatie met toenemende zorg. Juridische experts van het Europees Hof van Justitie gaven eerder al aan dat vergelijkbare wetgeving, zoals de Hongaarse verbodswet op lhbti+-inhoud in onderwijs en media, mogelijk in strijd is met het EU-recht. 

Politieke steun

Hoewel het protest in Boedapest massaal was, blijft de binnenlandse politiek verdeeld. De belangrijkste uitdager van Orbán bij de verkiezingen van 2026, Péter Magyar, lijkt zich bewust afzijdig te houden van de discussie over lhbti-rechten. Volgens bronnen binnen het Europees Parlement heeft hij christendemocraten zelfs gevraagd om geen fractievlaggen mee te nemen naar de Pride, uit angst voor negatieve beeldvorming in Hongaarse media. Dat benadrukt hoe gevoelig het onderwerp in het land ligt.

Strik noemt deze terughoudendheid begrijpelijk, maar zorgelijk. “De lhbti-gemeenschap blijft daardoor zonder echt politieke steun achter”, zei ze. Toch zag ze tijdens haar bezoek aan Boedapest ook hoop: “De opkomst was enorm. Mensen voelen zich gesterkt om zich uit te spreken.”

Breder probleem

Niet alleen in Hongarije spelen dit soort discussies. In buurland Slowakije werd eerder dit jaar een grondwetswijziging voorgesteld die het bestaan van transgender personen juridisch zou ontkennen. Ook zouden homokoppels niet langer kinderen mogen adopteren. Amnesty International noemde de plannen “draconisch” en waarschuwde dat dit soort maatregelen de mensenrechten ernstig onder druk zetten.

Tijdens de Pride in Bratislava sprak Europarlementariër Raquel Garcia Hermida-van der Walle (D66) zich fel uit tegen deze voorstellen. Volgens haar moet Brussel alert blijven op wat er in Europa gebeurt: “Wat daar nu gebeurt, zou in theorie ook hier kunnen gebeuren. In de VS is het recht op abortus ook zomaar afgeschaft. We mogen dit niet normaliseren.”

Meer druk

De Europese Unie probeert intussen via andere wegen druk uit te oefenen. In de nieuwe begroting is bijvoorbeeld opgenomen dat landen die zich niet houden aan democratische spelregels, zoals onafhankelijke rechtspraak, vrije pers en respect voor mensenrechten – minder of zelfs geen EU-geld meer mogen ontvangen. Lidstaten die wel hervormingen doorvoeren kunnen juist extra steun krijgen. Vanaf 2028 moet ook duidelijk worden wie EU-geld ontvangt, zodat misbruik sneller wordt opgespoord.

De Commissie benadrukt dat dit beleid niet gericht is tegen specifieke landen, maar bedoeld is om de kernwaarden van de EU te beschermen. Tegelijkertijd erkent men in Brussel dat sommige ontwikkelingen, zoals in Hongarije en Slowakije, het draagvlak voor die waarden onder druk zetten.

Blijf de laatste ontwikkelingen volgen en abonneer je op de Nieuwsbrief Democratie en Rechtsorde. Ontvang elke twee weken exclusief nieuws in jouw mailbox uit Den Haag, Brussel en de rest van Europa. Dat gaat niet alleen over de rechtsstaat in Hongarije, maar ook over uitspraken van het Europese Hof, sanctiepakketen en andere Europese zaken die Nederland raken.